28
Wanneer de temperatuur te laag is, start de boiler een opwarmcyclus:
1.
De besturing detecteert een "warmtevraag". Het pictogram "Warmtevraag aanwezig"
wordt weergegeven op het display van de boiler.
2.
De ventilator begint met voorspoelen.
3.
De luchtdrukschakelaar sluit wanneer het luchtdrukverschil voldoende is.
4.
De gloeiontsteker start het voorgloeien.
5.
Het gasblok opent en het gas-/luchtmengsel wordt ontstoken.
6.
De boiler verwarmt het water in de tank. Het pictogram "Boiler in bedrijf" wordt
weergegeven op het display van de boiler.
7.
Wanneer de watertemperatuur het setpoint bereikt, wordt de warmtevraag beëindigd
en stopt de besturing de opwarmcyclus.
Het display toont niet langer de pictogrammen "Warmtevraag aanwezig" en "Boiler in
bedrijf".
8.
De ventilator begint met naspoelen.
De opwarmcyclus begint opnieuw wanneer een nieuwe warmtevraag wordt gedetecteerd.
Gedeelte over installatie, service en onderhoud