6
6.1
w
c
0312269_INNOVO_BENLNL_V4.1, 2019-01-17
Veiligheid
Veiligheidsinstructies
Raadpleeg Veiligheid (zie sectie 2) in het gedeelte voor de gebruiker in deze handleiding
voor veiligheidsinstructies voor het gebruik van de boiler.
Waarschuwing
De installatie en het onderhoud moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
monteur en volgens de algemene en lokale voorschriften van de gas-, water-, en
stroomleveranciers en de brandweer. Het toestel mag alleen worden geïnstalleerd in een
ruimte die voldoet aan de vereisten vermeld in nationale en lokale ventilatievoorschriften.
Waarschuwing
Laat de boiler spanningsloos (geïsoleerd) tot deze in gebruik wordt genomen.
Let op
De boiler mag alleen rechtop worden verplaatst. Controleer na het uitpakken van de
boiler of deze niet is beschadigd.
Let op
Wanneer een niet geschikte dak- of muurdoorvoer wordt gebruikt, kan er een storing in
de boiler worden veroorzaakt.
Let op
Tijdens de installatie dienen de instructies geleverd bij de sets luchttoevoer- en
rookgasafvoeronderdelen te worden nageleefd. Zorg ervoor dat het luchttoevoer- en
rookgasafvoersysteem niet meer bochten van 45º en 90º heeft dan voorgeschreven en
dat aan de maximale lengte van de leiding is voldaan.
Let op
Controleer of de diameter en de lengte van de gastoevoerleiding groot en lang genoeg
zijn om de boiler van voldoende vermogen te voorzien.
Let op
Controleer of de condensafvoer via een open verbinding is aangesloten op de afvoer van
afvalwater.
Let op
Vul voor gebruik de boiler volledig met water. Droog stoken beschadigt de boiler.
Let op
Na installatie of onderhoud moet u altijd controleren of het toestel gasdicht is en of de
voordruk (van gas), de CO
Neem contact op met het bedrijf dat het gas levert wanneer de voordruk niet correct is.
Gebruik de boiler niet.
Let op
Voorkom beschadiging van de onderdelen van de boiler door eerst te controleren of de
boiler helemaal is gestopt voordat u de boiler uitschakelt (zie sectie 4.3). Wacht een
minuut nadat u de boiler in de OFF-modus heeft gezet voordat u de
besturingsschakelaar op 0 zet.
-waarde en het luchtdrukverschil juist zijn.
2
29