Installatie
Ñ Installatieprocedure
1) Voorkom kortsluiting door de sleutel uit het
contactslot te verwijderen en de ¤ aansluiting van
de accu los te koppelen.
2) Verbind de juiste in- en uitgangskabels van elk
toestel.
3) Sluit de kabel op de bedradingsbundel aan.
4) Neem connector B op de bedradingsbundel en
sluit deze aan op de luidsprekerconnector van uw
auto.
5) Neem connector A op de bedradingsbundel en
sluit deze aan op de externe spanningsconnector
op uw auto.
6) Sluit de connector van de bedradingsbundel op
het toestel aan.
7) Installeer het toestel in uw auto.
8) Sluit de ¤-pool van de batterij weer aan.
9) Druk op de resetknop.
De unit installeren
Ñ Niet-Japanse auto's
2
✎
OPMERKING
• Zorg ervoor dat het toestel stevig op zijn plaats
zit. Als het toestel instabiel is, kan het slecht
functioneren (het geluid kan bijvoorbeeld
overslaan).
• Als de paneelopening van uw voertuig te klein
is voor het apparaat (A), verklein dan de (onder-
en bovenzijde en rechter- en linkerzijde) de
paneelopening.
18
A
Buig de lipjes van de
bevestigingshuls met een
schroevendraaier of iets
dergelijks en bevestig deze
op zijn plaats.
Ñ Afwerkingsplaat
1) Bevestig de accessoire 1 aan het toestel.
Ñ De microfoon
1) Controleer de installatiepositie van de microfoon
(accessoire 5).
2) Reinig het installatieoppervlak.
3) Verwijder de beschermstrook van de microfoon
(accessoire 5) en plak de microfoon op de plek die
hieronder wordt getoond.
4) Leid de microfoonkabel tot aan de handsfreekit
en zet de kabel op verschillende plaatsen vast met
tape of vergelijkbaar materiaal.
5) Verstel de microfoon (accessoire 5) in de richting
van de bestuurder.
5
Bevestig de kabel met in de handel
verkrijgbare tape.
✎
OPMERKING
• Gebruik indien nodig de klemmen.
1