3. Instellingen.
12
Instelling van de diepte
Draai de beide draadpennen (A)
A
los en breng de gecombineerde
heup- en bilpelot in de gewenste positie.
Instelling van de breedte
De
bekkensteunen
van
de
ge-
combineerde
heup-
en
bilpelot
kunnen na het losdraaien van de
schroefverbindingen (B) in de breedte
worden versteld.
B
Instelling van de hoek
C
Draai de inbusbouten (C) los om de
hoek van de gecombineerde heup-
en bilpelot in te stellen.
B
Wegdraaien
Wanneer de gecombineerde heup-
en bilpelot niet nodig is, kan deze een-
voudig naar achteren worden wegge-
D
draaid (D).
Draai na iedere instelling alle verstellin-
gen weer vast!
3.5 4-punts bekkengordel
De 4-punts bekkengordel (E) wordt
aan de in de breedte verstelbare
bekkensteun (F) aangebracht. Hier-
voor worden de vier klikgespen (G)
F
met de meegeleverde schroeven
H
in de schroefdraadpunten (H) van
de zijsteunen gemonteerd. De op
de schroefdraadpunten (H) aange-
brachte beschermdoppen moeten
eerst worden verwijderd. De vier gor-
I
deluiteinden worden vervolgens in de
E
betreffende klikgespen (G) gestoken.
G
De klikgespen moeten worden geslo-
ten. De bekkengordel kan worden
geopend bij de centrale gesp (I), waar
ook de lengte van de gordel kan wor-
den ingesteld.