Koffiemachine plaatsen en
aansluiten
Gevaar voor oververhitting door
onvoldoende ventilatie.
Bij onvoldoende ventilatie kan de
koffiemachine oververhit raken.
Zorg voor voldoende ventilatie voor
de koffiemachine.
Leg geen doeken of iets dergelijks
op het toestel terwijl het wordt ge-
bruikt.
Als de koffiemachine in een inbouw-
nis wordt geplaatst, hopen warmte
en vocht zich op. Dat kan schade
aan het toestel en/of het keukenmeu-
bel veroorzaken.
Plaats het toestel niet in een inbouw-
nis.
Let op de volgende aanwijzingen voor
de plaatsing:
- De plaats van opstelling moet droog
zijn en goed worden geventileerd.
- De omgevingstemperatuur op de
plaats van opstelling dient tussen
+16 °C en +38 °C te liggen.
- Plaats de koffieautomaat niet bij een
raam met directe zoninstraling of
meteen naast een warmtebron. De
toegestane omgevingstemperaturen
kunnen dan niet worden gewaar-
borgd.
- De koffiemachine staat op een hori-
zontaal oppervlak. Dat moet waterbe-
stendig zijn.
Uitpakken en plaatsen
- Let er bij de opstelling van het toestel
op dat u de deur helemaal moet kun-
nen openen om het filtersysteem te
kunnen uitnemen.
Plaats de koffiemachine.
Reinig het toestel grondig, voordat u
de koffiemachine met drinkwater en
koffiebonen vult.
Steek de stekker van de koffiemachi-
ne in het stopcontact (zie hoofdstuk:
"Elektrische aansluiting").
Zodra u de koffiemachine op het elektri-
citeitsnet aansluit, verschijnt kort
op het display.
Neem het waterreservoir uit het toe-
stel en vul het met vers, koud water.
Let op de markering "max."
Plaats het waterreservoir terug.
Verwijder het deksel van het bonenre-
servoir.
Vul het met gebrande koffiebonen.
Plaats het deksel terug.
Tip: U kunt de melkleiding, als u ze niet
gebruikt, achter de deur van het toestel
stoppen.
Miele
21