Inhoudsopgave
Advertenties
Temperaturen instellen
Zie Installatie op pagina 16.
1. Zet de hoofdschakelaar AAN
°
F
2. Druk op
of
te veranderen.
3. Druk op
om de doeltemperaturen weer
te geven.
4. Om de doeltemperatuur van de verwarmingszone
A
in te stellen, drukt u op
tot de display de gewenste temperatuur weergeeft.
Herhaal voor de zones
Alleen voor de zone
is bij het opstarten, zal de display de slangstroom (0A)
tonen. Zie stap 9, blz. 23.
Zet de slangverwarming niet aan zonder vloeistof in
de slangen.
5.
Zet de verwarmingszone
op
. Verwarm de slang voor (15-60 min). De
indicator zal heel traag knipperen wanneer de vloeistof
de doeltemperatuur bereikt. De display toont de huidige
vloeistoftemperatuur in de slang vlakbij de VTS.
Thermische expansie kan overdruk veroorzaken,wat
leidt tot het stukgaan van apparatuur en ernstig
letsel, waaronder vloeistofinjectie. Zet het systeem
niet onder druk tijdens het voorverwarmen van
de slangen.
3A2020H
.
°
C
om de temperatuurschaal
of
B
en
.
, als de VTS niet verbonden
aan door te drukken
6. Zet de verwarmingszones
op
te drukken voor elke zone.
7. Houd
ingedrukt om de elektrische stromen
voor elke zone weer te geven.
8. Houd
ingedrukt om de temperatuur
van de printplaat van de besturing van het
verwarmingsapparaat weer te geven.
9. Enkel handmatige stroomregelmodus:
Controleer in de handmatige stroomregelmodus
de slangtemperatuur met een thermometer.
Installeer volgens de onderstaande instructies.
De thermometeraflezing mag niet hoger worden dan
71 °C (160 °F). Laat de machine nooit alleen achter
in de handmatige stroomregelmodus.
Als de sensor voor de materiaaltemperatuur
(FTS) is ontkoppeld of de diagnosecode E04 is te
zien op de display, zet dan de hoofdschakelaar
op OFF
de diagnosecode te wissen en weer in de
handbediende stroomregelingsfunctie te komen.
display toont de stroom naar de slang.
De stroom is niet beperkt door de
doeltemperatuur.
Druk op
aan te passen.
Om oververhitting te vermijden moet de
slangthermometer aan het pistooluiteinde
geplaatst worden, in het zicht van de bediener.
Steek de thermometer door de schuimcover van
de slang voor component A zodat de punt zich
naast de binnenbuis bevindt. De aflezing is ruim
11 °C (ongeveer 20 °F) lager dan de werkelijke
slangtemperatuur.
Als de thermometer een temperatuur aangeeft
van meer dan 71 °C (160 °F), druk dan op
om de stroom te verlagen.
De eerste keer opstarten
A
B
en
en weer op ON
of
om de stroominstelling
aan door
om
23
Advertenties
Inhoudsopgave
