Het systeem aarden
De apparatuur moet worden geaard om het risico
van statische vonken en elektrische schokken
te verminderen. Door elektrische of statische
vonken kunnen dampen ontbranden of ontploffen.
Onjuiste aarding kan leiden tot elektrische schokken.
Door aarding kan elektrische spanning afvloeien.
•
Reactor: is geaard via de voedingskabel. Zie blz. 17.
•
Spuitpistool: verbind de aarddraad van de hulpslang
aan de FTS, zie blz. 20. Koppel de kabel of spuit niet
los zonder de hulpslang.
•
Materiaalvoorraadvaten: aarden volgens plaatselijk
voorschrift.
•
Te spuiten voorwerp: aarden volgens plaatselijk
voorschrift.
•
Vaten met oplosmiddel gebruikt bij het spoelen:
volgens plaatselijk voorschrift. Gebruik alleen
metalen vaten die geleidend zijn. Plaats ze op
een geaard oppervlak. Plaats de emmer niet op een
niet-geleidende ondergrond, zoals papier of karton,
aangezien dan de continuïteit van de aarding wordt
onderbroken.
•
Om de continuïteit van de aarding te behouden
bij het spoelen of ontlasten van de druk, houdt
u een metalen deel van het spuitpistool stevig
tegen de zijkant van een geaarde metalen emmer,
dan trekt u aan het pistool.
Het smeersysteem van
de Iso-pomp installeren
Bereid het isocyanaatpomp-smeersysteem als volgt
voor Til het smeerreservoir uit de steun en verwijder
het reservoir van de kap.
4. Vul het reservoir voor 3/4e deel met TSL.
5. Schroef het reservoir vast op de afschermkap
en plaats het in de steun.
Het smeersysteem is nu klaar voor gebruik;
er is geen priming vereist.
3A2020H
Aansluitingen voor de
vloeistoftoevoer
Over het algemeen worden er toevoerpompen gebruikt.
Toevoer met behulp van een sifon wordt afgeraden.
Sluit de materiaaltoevoer als volgt aan op de inlaten
van de doseerunit:
1. Sluit de vloeistofinlaatkogelventielen (U.X)
en de Y-filters (V, Y) aan op de pompinlaten.
2. Zorg dat de kogelventielen van de A- en B- inlaat
(U,X) op de doseerunit gesloten zijn.
3. Sluit de B-toevoerslang (J) aan op de 3/4 NPT
draaibare fitting (GG) op het kogelventiel van de
B-inlaat (U) en op de harscirculatiepomp en draai
vast.
GG
J
4. Sluit de A-toevoerslang (BB) aan op de 1/2 NPT
draaibare fitting (FF) op het kogelventiel van de
A-inlaat (X) en op de isocyanaatcirculatiepomp
en draai vast. Zie A
Luchttoevoeraansluiting
Sluit de hoofdluchttoevoer (F) aan op het 1/2 inch npt (f)
luchtinlaatventiel (DD) bij het luchtfilter (S).
De slangfitting vereist een mannelijke fitting van 1/2 npt.
Gebruik een luchtleiding met een minimale
binnendiameter van 3/8 inch (9,5 mm, niet meegeleverd)
om lucht aan de doseerunit te leveren. Gebruik een slang
met een binnendiameter van 1/2 inch (12,7 mm) als deze
langer dan 15 ft (4,75 meter) is. De hoofdluchttoevoer
moet schoon zijn en vrij van olie en verontreiniging.
DD
F
S
U
. 3 op pagina 12.
FB
ti17572a
Installatie
V
ti17571a
19