4
Telefoneren
U kunt extern bellen door met het cijfer 0 een buitenlijn te kiezen
en vervolgens een telefoonnummer te kiezen. Door aan toestellen
een verkeersklasse toe te wijzen, is het mogelijk het kiezen van
bepaalde telefoonnummers te blokkeren of vrij te geven. Zo kan
voor een toestel de mogelijkheid van internationaal bellen of het
kiezen van service-nummers (06-nummers worden vanaf 1997
0800/0900-nummers) worden geblokkeerd, (zie de Installatie- en
programmeerhandleiding). Als u op een bepaald moment geen
buitenlijn krijgt omdat beide buitenlijnen bezet zijn, dan kunt u
een buitenlijn reserveren. Zodra er een buitenlijn vrijkomt, wordt
u automatisch teruggebeld.
U kunt interne toestellen opbellen door het 2-cijferige toestelnum-
mer te kiezen. U kunt alle ISDN-toestellen in één keer oproepen
door toestelnummer 20 te kiezen.
Intern kunt u ook een code-oproep plaatsen. Code-oproepen
worden op alle aangesloten telefoontoestellen aangekondigd
(dus niet op antwoordapparaten, faxen en modems).
Als een intern toestel bezet is, kunt u automatisch terugbellen
inschakelen of in het gesprek inbreken.
Voor uitgaande gesprekken kunt u verkort kiezen gebruiken.
Lange telefoonnummers kunt u onder een verkort nummer
programmeren zodat u niet steeds het hele telefoonnummer
hoeft in te toetsen.
Voor een toestel kan ook een hotline zijn geprogrammeerd.
Tien seconden nadat de hoorn van dat toestel wordt opgenomen,
wordt het geprogrammeerde nummer automatisch gekozen.
Binnen die 10 seconden kunt u een ander telefoonnummer
kiezen.
4.1
Extern nummer kiezen
1
Neem de hoorn op.
Kies 0 voor een buitenlijn.
2
3
Wacht op de kiestoon van de buitenlijn.
4
Kies het gewenste telefoonnummer.
13