3
Oproepen beantwoorden
3.1
Soorten oproepen
Externe oproepen worden op een of meer toestellen en/of via een
algemene bel (optie) aangekondigd met het belsignaal voor exter-
ne oproepen (enkel belsignaal op analoge toestellen en het belsig-
naal dat correspondeert met het MSN op ISDN-toestellen.
Interne oproepen worden op het gekozen analoge toestel aange-
kondigd met het belsignaal voor interne oproepen (2 keer kort).
Op ISDN-toestellen wordt een interne oproep aangekondigd met
een oproepsignaal dat u zelf kunt vastleggen in het toestel.
Een heroproep is mogelijk nadat een gesprek in wachtstand is
gezet of na een mislukte poging een gesprek door te verbinden.
3.2
Oproep beantwoorden
>
U hoort het oproepsignaal.
1
Neem de hoorn op.
>
U bent verbonden met de oproeper.
3.3
Oproep overnemen
Interne en externe oproepen die op een ander toestel of via de
algemene bel worden aangekondigd, kunt u naar u toehalen.
>
U hoort een oproepsignaal op een ander toestel of via de
algemene bel.
1
Neem de hoorn op van uw eigen toestel.
Kies ?81.
2
>
U bent verbonden met de oproeper.
Ook oproepen die reeds zijn beantwoord door een antwoordappa-
raat dat op de ISDN Centrale 2-8+ is aangesloten, kunt u alsnog naar
uw toehalen (zie ook Installatie- en programmeerhandleiding).
1
Neem de hoorn op van uw eigen toestel.
Kies ?82 en het toestelnummer van het antwoordapparaat,
2
of kies ?8200 als er meer antwoordapparaten zijn
aangesloten (de centrale zoekt dan zelf naar het antwoordap-
paraat dat actief is).
>
U bent verbonden met de oproeper.
10