2.2
ISDN-toestellen
2.2.1
ISDN-toestelnummers
Toestelnummers van ISDN-toestellen zijn niet gekoppeld aan een
telefoonstopcontact, maar moeten in de ISDN-toestellen zelf wor-
den vastgelegd. In bepaalde typen ISDN-toestellen kunnen meer
toestelnummers worden vastgelegd. In de toestelhandleidingen
van ISDN-toestellen worden deze toestelnummers ook aangeduid
als
terminal-adres>
Het nummer dat in het toestel is geprogrammeerd, is belangrijk
voor de correcte werking van dat toestel, bijvoorbeeld voor de
verdeling van inkomende oproepen en voor de werking van een
groot aantal faciliteiten.
Als een ISDN-toestel niet correct functioneert, dan is het raad-
zaam om het toestelnummer te controleren dat in dat toestel is
geprogrammeerd.
2.2.2
Telefoniemogelijkheden ISDN-toestellen
Als u gebruik maakt van een ISDN-toestel, dan hebt u de moge-
lijkheden van analoge telefoontoestellen en bovendien:
–
Nummerweergave: u ziet het nummer van de oproeper
(alleen van ISDN-aansluitingen) in het display van uw toestel.
Deze mogelijkheid wordt ook aangeduid als CLIP (Calling Line
Identification Presentation).
–
Blokkering nummerweergave: u kunt voorkomen dat uw
telefoonnummer bij andere ISDN-toestellen in het display
verschijnt. Deze mogelijkheid wordt ook aangeduid als CLIR
(Calling Line Identification Restriction).
–
Oproeplijst: onbeantwoorde inkomende oproepen worden
met het bijbehorende telefoonnummer opgeslagen in een
lijst. Oproeplijst is een toestelfaciliteit en geen faciliteit van de
ISDN Centrale 2-8+ (zie ook de handleiding bij uw toestel).
–
Meer toestelnummers: u kunt aan uw toestel meer toestel-
nummers toekennen. Aan elk toestelnummer kunt u een
ander belsignaal koppelen, waardoor u een hoorbaar onder-
scheid kunt maken tussen de gekozen nummers (die elk weer
aan een ander MSN kunnen worden gekoppeld). Meer toe-
stelnummers is een toestelfaciliteit en geen faciliteit van de
ISDN Centrale 2-8+ (zie ook de handleiding bij uw toestel).
of MSN.
9