Strooiwerkzaamheden
u
Rit naar de strooiplaats
u
PTO inschakelen.
u
Voordoseerschuiven openen en beginnen met strooien.
w
u
Strooiwerkzaamheden beginnen.
u
Strooien beëindigen en voordoseerschuiven sluiten.
u
PTO uitschakelen.
Reiniging/onderhoud
u
Resthoeveelheid legen.
u
Machine parkeren, Hoofdstuk 7.7 - Machine parkeren en ontkoppelen - Pagina 97.
u
Machine reinigen en onderhouden, Hoofdstuk 9 - Onderhoud en reparatie - Pagina 102.
7.4.2
Aanwijzingen bij de strooitabel
De waarden in de strooitabel zijn op de testinstallatie van de fabrikant bepaald.
De hiervoor gebruikte meststof werd bij de meststoffabrikant of in de handel aangeschaft. Ervaringen
tonen aan dat de meststof waarover u beschikt - zelfs bij een identieke benaming - door toedoen van
opslag, transport enz. andere strooi-eigenschappen kan vertonen.
Hierdoor kunnen met de in de strooitabel opgegeven machine-instellingen afwijkingen ontstaan in de
strooihoeveelheid en een minder goede verspreiding van meststof.
Neem daarom goed nota van de volgende aanwijzingen:
•
Controleer altijd de daadwerkelijk uitstromende strooihoeveelheid door een afdraaiproef.
•
Controleer de meststofspreiding over de werkbreedte met een praktijkgerichte proefset (4.4.3.2
Praktijkgerichte proefset (PPS 5) speciale uitrusting).
•
Gebruik enkel meststoffen die in de strooitabel zijn opgenomen.
•
Informeer ons wanneer u een soort meststof in de strooitabel niet terugvindt.
•
Neem goed nota van de instelwaarden. Ook een gering afwijkende instelling kan zorgen voor een
aanzienlijk nadelig effect op het strooibeeld.
Let bij het gebruik van ureum vooral op:
•
Ureum is vanwege mestimporten verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten en korrelgrootten.
Daardoor kunnen andere strooierinstellingen noodzakelijk zijn.
•
Ureum heeft een hogere windgevoeligheid en een hogere opname van vochtigheid dan andere
meststoffen.
AXENT 100.1
Zie gebruiksaanwijzing van de machinebesturing
5903083
7. Strooibedrijf
81