4. Programmeer vervolgens de hoeveelheid koffie in het
kopje; ga te werk zoals voor de hoeveelheid melk;
5. De programmering wordt bevestigd door de lampjes die 3
seconden zullen knipperen.
De machine is nu geprogrammeerd met de nieuwe hoeveelhe-
den voor melk en koffie.
12. AFGIFTE HEET WATER EN STOOM
Gevaar voor brandwonden: Laat de machine niet onbeheerd tijdens de afgifte
van heet water. Het afgiftepijpje wordt tijdens de afgifte heet en moet derhalve alleen
bij de handgreep worden vastgepakt.
12.1 Afgifte heet water
1. Controleer of het afgiftepijpje heet water (C7) correct is
bevestigd (afb. 6);
2. Plaats een kopje onder het afgiftepijpje (zo dicht bij moge-
lijk om spatten te voorkomen);
3. Druk op de toets
knipperen en het apparaat start de afgifte van heet water;
4. De machine zal de afgifte automatisch onderbreken.
N.B.:
Druk, om de afgifte van heet water handmatig te onderbreken, op de
toets
.
12.2 Wijziging van de automatisch afgegeven
hoeveelheid water
Ga als volgt te werk om de in de fabriek ingestelde hoeveelheid
te wijzigen:
1. Plaats een kopje onder het afgiftepijpje (A5) ;
2. Houd de toets
(B7) ingedrukt;
3. Wanneer het water in het kopje het gewenste niveau be-
reikt, moet de toets worden losgelaten. De programmering
wordt bevestigd door het gedurende drie seconden knip-
peren van de lampjes.
De machine is nu geprogrammeerd met de nieuwe hoeveelheid.
12.3 Afgifte stoom
1. Controleer of het afgiftepijpje heet water (C7) correct is
bevestigd (afb. 6);
2. Vul een recipiënt met het te verwarmen of op te schuimen
vloeistof en dompel het stoompijpje onder in de vloeistof;
3. Druk tweemaal op de toets
lampje knippert en het apparaat start de afgifte van stoom;
4. Onderbreek de afgifte van stoom, wanneer de gewenste
temperatuur wordt bereikt, door nogmaals op dezelf-
de toets te drukken. (WE RADEN AAN DE AFGIFTE VAN
STOOM NIET LANGER TE LATEN DUREN DAN 3 MINUTEN
ACHTERELKAAR).
Opgelet:
Onderbreek altijd eerst de stoomafgifte alvorens het recipiënt met de
vloeistof weg te nemen, om brandworden veroorzaakt door de spatten te voorkomen
.
(B9): het betreffende lampje gaat
(B7): het betreffende
12.4 Reiniging van het afgiftepijpje stoom/heet
water na gebruik
Reinig het afgiftepijpje na elk gebruik om te voorkomen dat er
zich melkresten afzetten of verstoppingen ontstaan,
1. Plaats een bakje onder het afgiftepijpje stoom/heet water
(C7) (afb. 7), druk op toets
af te geven;
2. Onderbreek de afgifte van heet water dan door nogmaals
te drukken op toets
3. Wacht enkele minuten tot het afgiftepijpje stoom/heet
water afkoelt en verwijder het dan;
4. Draai het stoompijpje linksom en trek het naar beneden
weg (afb. 26);
3. Trek de spuitmond naar beneden weg (afb. 27);
5. Controleer dat het gaatje van het stoompijpje niet verstopt
is. Reinig het gaatje zo nodig met een speld;
6. Was de onderdelen van het afgiftepijpje grondig met een
spons en lauwwarm water;
7. Plaats de spuitmond terug en plaats het stoompijpje terug
op de spuitmond door het omhoog te duwen en rechtsom te
draaien tot het vastkoppelt;
8. Plaats het afgiftepijpje terug.
13. REINIGING
13.1 Het apparaat reinigen
De volgende onderdelen van de machine moeten regelmatig
worden schoongemaakt:
-
het interne circuit van de machine;
-
het drupbakje (A10);
-
de filterzeven (C2), (C3), (C4);
-
de sproeier van de ketel (A5);
-
het waterreservoir (A8);
-
de melkkan (D);
-
afgiftepijpje heet water (C7) zoals aangegeven in para-
graaf "12.4 REINIGING VAN HET AFGIFTEPIJPJE STOOM/
HEET WATER NA GEBRUIK";
-
de aansluiting van de melkkan/afgiftepijpje heet water
(A2).
Let op!
•
Gebruik voor de reiniging van de machine geen oplosmid-
delen, schurende reinigingsmiddelen of alcohol.
•
Gebruik geen metalen voorwerpen voor het verwijderen
van aanslag of koffieresten omdat ze de metalen of plastic
oppervlakken kunnen beschadigen.
Gevaar!
Dompel het apparaat tijdens de reiniging nooit onder in water: het is
een elektrisch apparaat.
47
(B7) om een beetje water
;