5.3
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de
vlamboog veroorzaken!
Werkstukleiding en slangpakket zo dicht mogelijk bij elkaar en parallel leggen.
A
Werkstukleiding en slangpakketten van de afzonderlijke lasapparaten plaatselijk
B
gescheiden van elkaar leggen! Afstand minimaal 15 cm.
Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen
C
vermijden!
Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken!
D
Werkstukklem dichtbij de lasplek aanbrengen.
Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is!
E
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
099-002124-EW505
03.12.2013
0
Lasapparaten
Draadtoevoerapparaat
Werkstuk
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
INSTRUCTIE
Afbeelding 5-1
Opbouw en functie
23