1)
Soort
Displaycode
Storingscode
V
AA
819
V
AA
820
V
d4
531
V
dF
535
V
A2
536
B
Eb
513
B
Eb
515
B
EC
516
B
Ed
517
B
EE
518
B
FA
519
V
FL
548
V
EA
553
Olio Condens 8000 F – 6720868720 (2020/02)
Omschrijving
Olievoorverwarmer permanent signaal. Er komt een vrijgavesignaal van de olievoorverwarmer, hoewel
Stookolie te koud.
Ketelaanvoertemperatuur neemt te snel
toe.
Luchttemperatuur te hoog
Verkeerde montage van de sensor voor
luchttemperatuur / rookgastempera-
tuur.
Doven van de vlam binnen de na-ontste-
kingstijd.
Geen vlamsignaal
Doven van de vlam omschakeling eerste
trap.
Vlam dooft tijdens bedrijf eerste trap.
Doven van de vlam omschakeling eerste
en tweede trap.
Te veel herstarts.
De vlam dooft te vaak.
Verhelpen
de olievoorverwarmer uitgeschakeld is.
De olievoorverwarmer geeft binnen een bepaalde tijd geen sig-
naal door, dat de stookolie de bedrijfstemperatuur bereikt
heeft.
Afsluitkraan openen, waterdruk controleren, eventueel water
bijvullen en installatie ontluchten.
Controleer, of de luchttemperatuursensor correct is gepositio-
neerd, eventueel corrigeren.
Sensorkabel controleren, eventueel vervangen.
Controleer de sensorwaarden, vervang eventueel de tempera-
tuursensor.
CV-ketel op vervuiling controleren, eventueel reinigen.
Controleer, of de rookgas-/luchttemperatuursensor correct is
gepositioneerd, eventueel corrigeren.
Nieuwe startpoging door de branderautomaat.
Nieuwe startpoging door de branderautomaat.
Nieuwe startpoging door de branderautomaat.
Nieuwe startpoging door de branderautomaat.
Nieuwe startpoging door de branderautomaat.
Maak de stekker magneetventiel eerste trap op de branderauto-
maat los en controleer in het menu "Monitor" op de regeling of
het vlamsignaal wordt herkend. Indien ja, magneetventiel eerste
trap of fotocel vervangen.
In het niveau regeling menu "Storingsgeheugen, blokkerende
storing" oproepen. Wanneer uitsluitend storingsmelding EA/
511 actief is, brandstoftoevoer controleren (installatie- en on-
derhoudshandleiding respecteren), eventueel storing in de
brandstoftoevoer oplossen.
In het niveau regeling menu "Relaistest" oproepen. Ontsteking
inschakelen en controleren.
Afstand ontstekingselektroden controleren, eventueel afstand
corrigeren.
Toestand ontstekingselektrode controleren, eventueel vervan-
gen.
Toestand ontstekingskabel controleren, eventueel vervangen.
Steekcontacten controleren, eventueel contactproblemen op-
lossen.
In het niveau regeling het menu "Monitor" oproepen en de ioni-
satiestroom controleren. Varieert de vlamstroom of is deze con-
tinu kleiner dan de gewenste waarden, vlambeveiliging
controleren, eventueel reinigen (installatie- en onderhouds-
handleiding respecteren).
Positie vlambeveiliging controleren en/of fotocel correct positi-
oneren eventueel houder vervangen.
Kabel- en steekverbindingen tussen branderautomaat en foto-
cel controleren, eventueel contactproblemen opheffen of kabel
vervangen.
Controleer de sproeiers, eventueel vervangen.
Olieafsluitklep optisch controleren, eventueel olieafsluitklep
van de olievoorverwarmer vervangen.
Mengsysteem controleren, eventueel reinigen.
Branderinstellingen controleren, eventueel afwijkingen corrige-
ren.
Bedrijfs- en storingsmeldingen
61