4.3
Waterkwaliteit
(vul- en bijvulwater)
Niet geschikt of vervuild water kan storingen aan de cv-ketel en schade
aan de warmtewisselaar of de warmwatervoorziening veroorzaken door
onder andere slibvorming, corrosie of verkalking.
Om de cv-ketel over de gehele levensduur tegen kalkschade te bescher-
men en een storingsvrije werking te waarborgen, moet u het volgende
respecteren:
• Bron- en grondwater zijn als vulwater niet geschikt.
• De totale hoeveelheid hardheidsvormers in het vul- en bijvulwater
van het cv-circuit beperken.
Het diagram toont de toegelaten waterhoeveelheden afhankelijk van de
vulwaterkwaliteit:
3,5
3,0
< 100 kW
2,5
< 50 kW
2,0
1,5
1,0
0,5
0
0
5
10
[0]
[9]
[18]
Afb. 7
Eisen aan het vulwater voor losse ketels tot 100 kW
[1]
Watervolume over de gehele levensduur van de cv-ketel (in m
[2]
Waterhardheid (in °dH [°f])
[3]
Onbehandeld water
[4]
Boven de grenscurve zijn maatregelen nodig. Systeemscheiding
direct onder de cv-ketel met behulp van een warmtewisselaar uit-
voeren. Wanneer dit niet mogelijk is, bij de fabrikant naar toege-
stane maatregelen informeren (ook bij cascade-installaties).
• Wanneer de werkelijk benodigde vulwaterhoeveelheid groter is dan
het watervolume over de levensduur is waterbehandeling nodig.
Daarbij alleen door de fabrikant vrijgegeven chemicaliën, waterbe-
handelingsmiddelen en dergelijke toepassen.
• Vrijgegeven maatregelen voor waterbehandeling bij de fabrikant op-
vragen.
• Het water niet met chemische additieven of antivries behandelen, bij-
voorbeeld middelen, die de pH-waarde verhogen of verlagen.
• CV-installatie voor het vullen grondig spoelen.
4.4
Kwaliteit van de leidingen
Bij gebruik van kunststofleidingen in de cv-installatie, bijvoorbeeld voor
vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdicht zijn conform
DIN 4726/4729. Wanneer de kunststofleidingen niet aan deze normen
voldoen, moet een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden
uitgevoerd.
4.5
Verbrandingslucht-/rookgasafvoeraansluiting
De cv-ketel alleen met het speciaal voor dit type ketel ontwikkelde en toe-
gelaten lucht-rookgassysteem gebruiken.
Wanneer de cv-ketel als open systeem werkt, moet de opstellingsruimte
zijn voorzien van de benodigde verbrandingsluchtopeningen naar de
buitenatmosfeer. Geen objecten voor deze openingen plaatsen.
De verbrandingsluchtopeningen moeten altijd vrij zijn.
Olio Condens 8000 F – 6720868720 (2020/02)
15
16,8
20
25
[30,2]
[27]
[36]
[45]
°dH
[ °f ]
0010009354-001
4.6
Vorstbeveiliging
OPMERKING:
Schade aan de installatie door bevriezen!
De cv-ketel is uitgerust met een ingebouwde vorstbeveiligingsfunctie.
▶ Geen aparte vorstbeveiliging aanbrengen.
4.7
Inspectie en onderhoud
Omwille van onderstaande redenen dienen cv-installaties regelmatig on-
derhouden te worden:
• om een hoog rendement te behouden en de cv-installatie spaarzaam
te gebruiken
• om een hoge bedrijfszekerheid te realiseren
• om een hoog niveau van de milieuvriendelijke verbranding te waar-
borgen.
Onderhoudsinterval
OPMERKING:
Schade aan de installatie door ontbrekende of gebrekkige reiniging
en onderhoud!
▶ Inspecteer en reinig de cv-installatie naar behoefte en eenmaal per
jaar.
▶ Indien nodig onderhoud uitvoeren.
▶ Gebreken moeten onmiddellijk verholpen worden, om beschadigin-
gen aan de cv-installatie te vermijden.
30
[54]
4.8
Geldigheid van de voorschriften
Gewijzigde voorschriften of aanvullingen zijn ook op het tijdstip van de
installatie geldig en moeten worden nageleefd.
3
)
Voorschriften
13