Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controleer De Werking Van De Sensor; Locatieonderzoek Installatie - Solight TE100 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking: Als de netadapter is aangesloten op een stopcontact, verschijnt het symbool BL ON drie seconden lang in het
tijdsgedeelte van het scherm. Als de netadapter daarentegen niet is aangesloten op een stopcontact, worden het symbool AC OFF
en het pictogram
weergegeven.

3.4.3 Controleer de werking van de sensor

Volg deze stappen om de juiste werking van de sensoren te controleren voordat u de sensorkit installeert.
1. Controleer of de regenmeter correct werkt. Kantel de sensorset een paar keer heen en weer met een schommelende
beweging. U moet een "klik" horen in de regenmeter. Controleer of de regenwaarde op het display niet 0,00 is. Elke "klik"
komt overeen met 0,3 mm neerslag.
2. 2. Controleer de werking van de windsnelheidsmeting. Draai de windbekers handmatig of met een constante luchtstroom van
de ventilator. Controleer of de windsnelheid niet 0,0 is.
3. 3. Controleer de werking van de binnen- en buitentemperatuurmeting. Controleer of de buiten- en
binnentemperatuurwaarden hetzelfde zijn wanneer het paneel en de sensorset zich in dezelfde ruimte bevinden (ongeveer 3
m uit elkaar). Het verschil tussen de sensorwaarden moet binnen 2 °C liggen (nauwkeurigheid is ± 1 °C).
°C). Wacht ongeveer 30 minuten tot beide sensoren gestabiliseerd zijn.
Controleer de
4. 4.
werking van de binnen- en buitenvochtigheidsindicatie. Controleer of de buiten- en
binnenvochtigheidswaarden hetzelfde zijn wanneer de v e r d a m p e r en de sensorset zich in dezelfde ruimte bevinden
(ongeveer 3 m uit elkaar). Het verschil tussen de sensorwaarden moet binnen 10% liggen (nauwkeurigheid is
± Wacht ongeveer 30 minuten tot beide sensoren gestabiliseerd zijn.
4. Installatie weerstation
4.1 Controle vóór installatie. Voordat u het weerstation op de permanente installatielocatie installeert, raden we u aan het
w e e r s t a t i o n een week lang te gebruiken op een tijdelijke locatie die gemakkelijk toegankelijk is. Op deze manier kunt u
alle functies controleren, zorgen voor een goede werking en vertrouwd raken met het weerstation en de kalibratieprocedures.
Tegelijkertijd kunt u het bereik van de draadloze communicatie van het weerstation testen.

4.2 Locatieonderzoek installatie

Bekijk de installatieplaats voordat u het weerstation installeert. Let op de volgende factoren:
1. De regenmeter moet eenmaal per jaar worden schoongemaakt en de batterijen moeten om de twee jaar worden
vervangen. Zorg er daarom voor dat het w e e r s t a t i o n gemakkelijk toegankelijk is.
2.
Vermijd stralingswarmteoverdracht van gebouwen en constructies. Installeer de sensorset over het algemeen op minstens
1,5 meter van een gebouw, gebouwstructuur, grond- of dakoppervlak.
3. Vermijd obstructies voor wind en regen. In het algemeen moet de sensorset geïnstalleerd worden op een afstand v a n
minstens vier keer de hoogte van het hoogste obstakel. Als een nabijgelegen gebouw bijvoorbeeld 6 m hoog is, installeer
het apparaat dan op een a f s t a n d v a n 4 x 6 m = 24 m. Gebruik een redelijk beoordelingsvermogen. Als u het
weerstation naast een hoog gebouw installeert, zullen de wind- en regenmetingen niet nauwkeurig zijn.
4. Draadloos bereik. Draadloze communicatie tussen de ontvanger en zender in een open gebied kan werken tot een
a f s t a n d van 100 m als deze niet wordt verstoord door obstakels zoals gebouwen, bomen, voertuigen of
hoogspanningsleidingen. Het draadloze signaal dringt niet door metalen gebouwen heen. In de meeste gevallen is het
9
Fig. 12
signaalbereik slechts 30 meter door obstakels in gebouwen, muren en interferentie.
5. Bronnen van radiosignaalinterferentie, zoals computers, radio's of televisies, kunnen in het ergste geval de
radiocommunicatie volledig onderbreken. Houd hier rekening mee bij het kiezen van een locatie voor een paneel of
montagestandaard.
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Solight TE100

Inhoudsopgave