7. Sluit het deksel van het batterijvak. Controleer voordat u het deksel sluit of de pakking (rond het
b a t t e r i j v a k ) goed in de groef zit. Draai de borgschroef vast.
3.4 Paneel met display
3.4.1 Paneelindeling met display
De structuur van het displaypaneel is te zien in Figuur 10.
Opmerking: De volgende tekening toont een volledig gesegmenteerd LCD-scherm ter informatie en ziet er bij normaal
gebruik niet zo uit.
1. Weergave buitentemperatuur
2. WIFI-netwerk (niet inbegrepen bij dit
model)
3. Weergave luchtvochtigheid buiten
4. Hoog/laag (HI/LO) alarmpictogram
buitenluchtvochtigheid
5. Resetpictogram voor min/max-waarden
in 24 jaar
6. Weergave neerslaghoeveelheid (RATE,
24h, WEEK, MONTH, TOTAL)
7. Neerslageenheden
8. Alarmpictogram hoge/lage (HI/LO)
binnentemperatuur en vochtigheid
9. Interne temperatuur- en
vochtigheidsweergave
10. Tijd alarm icoon
11. Tijd en datum
12. Vochtigheidseenheden (%)
13. UV-indexweergave
14. Intensiteit van zonneschijn
15. Fasen van de maan
16. Meeteenheden van zonneschijn
17. Weergave thermische index sensor
18. Thermische sensorindex (thermische index;
Fig. 10
19. Weergave van buitentemperatuur en
luchtvochtigheid
20. Indicator in scrolmodus
21. Kanaalindicator 1-8
22. Drukweergave (REL en ABS)
23. Drukeenheden
24. Gemiddelde windsnelheid
25. Weergave windvlaag
26. Eenheden van windsnelheid
27. Alarmpictogram gevoelstemperatuur en
lage/hoge (HI/LO) gevoelstemperatuur
28. Windrichting
29. Buiten dauwpunt en AT (schijnbare
temperatuur) pictogram
30. Lampje voor lege batterij in de geïntegreerde
buitenzender
31. Temperatuureenheden (F of °C)
32. Waarschuwingspictogram hoge/lage (HI/LO)
buitentemperatuur
33. Weersvoorspelling
3.4.2 Het display instellen
Voor een lager stroomverbruik en een langere levensduur van de batterij raden we aan een externe voeding aan te sluiten.
Opmerking: De sensorkit moet worden aangesloten op de voeding en worden bijgewerkt voordat het beeldscherm wordt
ingeschakeld, anders zal het zoeken naar sensoren niet succesvol zijn. Schakel het paneel daarom als laatste in.
Zorg ervoor dat de sensor van het weerstation zich op minstens 3 m en hoogstens
30 m van het paneel. Als het weerstation te dichtbij of te ver weg staat, is het mogelijk dat het het signaal niet goed ontvangt.
Als u meer dan één zender met een thermometer en hygrometer hebt, zorg er dan voor dat ze allemaal aan staan en op
verschillende kanalen uitzenden.
Verwijder het klepje van het batterijvak aan de achterkant van het display - zie Afbeelding 11. Plaats drie AAA-batterijen
(alkaline of lithium) in de achterkant van h e t display. Het display geeft één pieptoon en alle segmenten van het LCD-scherm
lichten een paar seconden op om te controleren of alle segmenten goed werken.
Opmerking: De tekens op het scherm hebben het beste contrast wanneer u ze vanuit een enigszins schuine hoek bekijkt.
Sluit het klepje van het batterijvak, klap de tafelstandaard rechtop en zet het paneel rechtop.
Het apparaat geeft onmiddellijk de binnentemperatuur, luchtvochtigheid, druk, tendens, maanfase en tijd weer. Windsnelheid,
windvlaag, windrichting, regen, UV/zonneschijn, thermometer en hygrometer sensoren, geïntegreerde buitentemperatuur en
luchtvochtigheid worden binnen enkele minuten bijgewerkt op het display. Druk op geen enkele menuknop totdat er een melding
van de externe zender verschijnt, anders stopt het zoeken naar externe sensoren. Na ontvangst van gegevens van de externe
zender schakelt het paneel automatisch over naar de normale modus van waaruit alle andere instellingen kunnen worden
uitgevoerd.
In de zoekmodus wordt het zoekpictogram voor het externe apparaat
Als je meer dan één thermometer- en hygrometersensor hebt (maximaal acht thermometer- en hygrometersensoren worden
ondersteund), dan zal het scherm automatisch de metingen van elke sensor om de beurt weergeven totdat alle sensoren zijn
uitgelezen.
Als de gegevensupdate niet goed werkt, volg dan de instructies voor probleemoplossing in hoofdstuk 18.
Opmerking: De stroomadapter is ontworpen om verticaal of horizontaal in de vloer te worden gestoken. De stekkerpennen
zijn niet o n t w o r p e n o m de stekker vast te houden als deze aan het plafond of ondersteboven in een stopcontact onder
een bureau of kast wordt gestoken.
Fig. 11
continu weergegeven.