Installatie van een zender met thermometer en hygrometer. We raden aan om de thermometer en de hygrometer buiten op
een schaduwrijke plek te monteren. Een meer geschikte locatie is de noordmuur, omdat die het grootste deel van de dag in de
schaduw ligt. Direct zonlicht en s t r a l i n g s w a r m t e z o r g e n voor onnauwkeurige temperatuurmetingen. Hoewel de
sensor waterdicht is, monteer je hem best op een goed beschermde plaats, bv. onder een afdak. Bevestig de sensor aan de
muur met schroeven of spijkers (niet meegeleverd) - meer afb. Fig. 16.
35
Fig. 15
Fig. 16
6. Pictogram Batterij bijna leeg
Het display toont een icoon dat aangeeft dat de batterijen van de thermometer en de hygrometer bijna leeg zijn. Als het
batterijsymbool verschijnt (b a t t e r i j s p a n n i n g lager dan 2,4 V), vervang dan de batterijen in de sensor door nieuwe
batterijen. Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar en combineer geen verschillende soorten batterijen - bijv.
alkaline en lithium.
Op het scherm verschijnt het pictogram Batterij bijna leeg van de geïntegreerde externe zender. Als het pictogram Batterij bijna
leeg wordt weergegeven (batterijspanning lager dan 3,6 V), vervang dan de batterijen in de sensor door nieuwe batterijen.
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar en combineer geen verschillende soorten batterijen - bijv. alkaline en
lithium.
7. Paneelfunctie
Opmerking: Het paneel heeft vijf knoppen voor eenvoudige bediening: een MIN/MAX/-knop, een ALARM-knop, een
SET/MODE-knop, een CHAN- NEL/+-knop en een SNOOZE-knop.
7.1 Snelle weergavemodus
Opmerking: U kunt de Quick View-modus op elk gewenst moment verlaten door op de toets SNOOZE op het displaypaneel te
drukken.
Druk in de normale modus op de SET/MODE-toets (niet ingedrukt houden) om de snelle weergavemodus als volgt te openen:
•
eenmaal om de tijd, tijd/week en datum weer te geven,
twee keer voor interne temperatuur, dauwpunt,
•
drie keer voor neerslag,
•
•
vier keer voor buitentemperatuur, dauwpunt,
vijf keer voor de gemiddelde windsnelheid
•
•
zes keer voor druk
zeven keer voor dauwpuntsensor
•
9. Tijd, tijd/week en datum. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen de weergave van de tijd,
tijd/week en datum.
10. Interne temperatuur. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen temperatuur en dauwpunt.
11. Neerslag. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen de huidige waarde, 24-uurs, wekelijkse,
maandelijkse en totale waarde.
Om de totale waarde van de aftrekken te wissen, drukt u op CHANNEL/+ of MIN/MAX/- totdat de totale waarde wordt
weergegeven. De totale neerslagwaarde knippert. Houd de knop SET vijf seconden lang ingedrukt tot 0,0 totale neerslagwaarde
wordt weergegeven.
12. Extern dauwpunt. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen AT (schijnbare temperatuur) en
dauwpunt.
13. Gemiddelde windsnelheid. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om af te wisselen tussen de huidige waarde, het 2-
minutenuur en het 10-minutenuur.
14. Absolute druk en relatieve druk. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen absolute en
relatieve druk.
15. Thermische index van de sensor. Druk op de knop CHANNEL/+ of MIN/MAX/- om te schakelen tussen de thermische index
van de sensor en het dauwpunt.
36