Inhoudsopgave
Advertenties
Als de schermverlichting uit is, houdt u de SNOOZE-knop twee seconden ingedrukt. De schermverlichting gaat dan continu aan en
het pictogram BL ON wordt drie seconden lang weergegeven in het gegevensgebied.
Om de achtergrondverlichting op elk moment uit te schakelen, houdt u de SNOOZE-knop twee seconden ingedrukt. Het
symbool BL OFF verschijnt drie s e c o n d e n lang in het gegevensgebied.
Opmerking: Als u het apparaat aansluit op de wisselstroomadapter, verschijnt het symbool AC ON in het tijdsgedeelte
van het scherm en blijft de schermverlichting aan. We raden af om de achtergrondverlichting gedurende langere tijd aan te
laten staan als het apparaat alleen op batterijen werkt, omdat de batterijen dan snel leeg raken.
8. Alarmmodus
De TE100 heeft de volgende alarmtypes:
•
Tijd (er zijn twee alarmen beschikbaar voor tijd: alarm 1 en alarm 2)
•
Buitentemperatuur
•
Vochtigheid buiten
Buiten AT (schijnbare temperatuur)
•
Extern dauwpunt
•
Buitentemperatuur
•
•
Extern dauwpunt
•
Windbeweging
•
Gemiddelde windsnelheid
Waarde van neerslag
•
24h neerslag
•
Absolute druk
•
•
Relatieve druk
•
Interne temperatuur
•
Vochtigheid binnenshuis
•
Extern dauwpunt
UV-index
•
Zonlicht
•
Temperatuur sensor (CH1)
•
Vochtigheidssensor (CH1)
•
•
Warmte-index sensor (CH1)
•
Dauwpunt sensor (CH1)
8.1 Alarmfuncties
Wanneer de alarmconditie wordt overschreden, knippert het alarmpictogram
(hoorbaar signaal). Druk op een willekeurige knop om het g e l u i d s s i g n a a l uit te schakelen.
8.2 Weergave hoog en laag alarm
Om de huidige alarminstelling te bekijken, drukt u op de ALARM toets om naar de alarmmodus te gaan. Het symbool HI AL 1
v e r s c h i j n t in het gegevensgebied. Alarmtijd 1 en de alarmparameters van hoge binnentemperatuur/-vochtigheid,
buitentemperatuur/-vochtigheid, regen, schijnbare temperatuur (AT), gevoelstemperatuur, windbeweging, gemiddelde
windsnelheid, absolute druk, UV-index, zonneschijn, sensortemperatuur/-vochtigheid (CH1) en dauwpunt worden tegelijkertijd
weergegeven. Druk op de SET/MODE knop om alarmtijd 2 en alarmparameters van hoog binnendauwpunt, 24-uurs
neerslaggolfvorm, buitendauwpunt, relatieve druk en warmte-index van de sensor (CH1) weer te geven.
Druk nogmaals op de ALARM knop om het lage alarm met de alarmtijd weer te geven - dezelfde procedure geldt voor hoge
alarmen.
Druk op de SNOOZE-knop wanneer u wilt terugkeren naar de normale modus.
8.3 Alarminstellingen
Druk op de ALARM knop om naar de alarmmodus te gaan.
Houd de SET/MODE knop drie seconden ingedrukt. De eerste alarmparameter begint te knipperen (alarmuur).
Om de alarminstelling op te slaan en verder te gaan naar de volgende alarmparameter, druk je op de SET/MODE knop (niet
ingedrukt houden).
39
(visueel signaal) en klinkt er een geluidssignaal
Om de alarmparameter aan te passen, drukt u op de knop [+] of [-] om het alarminstelpunt te verhogen of te verlagen, of houdt
u de knop [+] of [-] drie seconden ingedrukt om de alarminstelling snel te verhogen of te verlagen.
Druk op de ALARM knop om het alarm aan en uit te zetten (het alarm icoon verschijnt).
Druk eenmaal op de SNOOZE-knop wanneer u wilt terugkeren naar de normale modus. Na 30 seconden inactiviteit wordt de
alarmmodus afgesloten en keert het toestel terug naar de normale modus.
Hieronder volgt een overzicht van de individuele alarminstellingen (in de juiste volgorde):
1.
Alarm uur (alarm 1)
2.
Alarmminuut (alarm 1)
3.
Alarm uur (alarm 2)
4.
Alarmminuut (alarm 2)
5.
Alarm voor hoge buitentemperatuur
6.
Alarm lage buitentemperatuur
7.
Alarm voor hoge vochtigheid buiten
8.
Laag buitenvochtigheidsalarm
9.
Hoog schijnbaar buitentemperatuuralarm (AT)
10. Alarm voor lage schijnbare buitentemperatuur (AT)
11. Alarm voor hoog buitendauwpunt
12. Laag dauwpuntalarm buiten
13. Alarm bij hoge schijnbare buitentemperatuur
14. Alarm voor lage schijnbare buitentemperatuur
15. Hoog wind bewegingsalarm
16. Alarm voor hoge gemiddelde windsnelheid
17. Alarm bij hoge huidige neerslagintensiteit (RATE)
18. Hoge intensiteit neerslagalarm (24u)
19. Alarm voor hoge absolute druk
20. Alarm voor lage absolute druk
21. Alarm voor hoge relatieve druk
22. Alarm voor lage relatieve druk
23. Alarm voor hoge interne temperatuur
24. Alarm voor lage interne temperatuur
25. Alarm voor hoge vochtigheid binnenshuis
26. Laag binnenvochtigheidsalarm
27. Hoog intern dauwpuntalarm
28. Laag intern dauwpuntalarm
29. Alarm voor hoge UV-index
30. Zonneschijnalarm met hoge intensiteit
31. Alarm voor hoge sensortemperatuur (CH1)
32. Alarm lage sensortemperatuur (CH1)
33. Alarm hoge vochtigheidssensor (CH1)
34. Alarm lage vochtigheidssensor (CH1)
35. Alarm bij hoge warmte-index sensor (CH1)
36. Alarm bij lage thermische sensorindex (CH1)
37. Alarm hoog sensordauwpunt (CH1)
38. Laag dauwpuntalarm sensor (CH1)
Opmerking: Om herhaalde temperatuuralarmen te voorkomen, is een tolerantieband van 0,5 °C ingesteld. Als je
bijvoorbeeld het alarm voor hoge temperatuur instelt op 26,7 °C en het alarm uitschakelt, blijft het alarmpictogram knipperen
tot de temperatuur onder 26,2 °C zakt. Het wordt pas weer geactiveerd als de temperatuur boven 26,7 °C stijgt.
Opmerking: Om herhaalde alarmen door vochtigheid te vermijden, is een tolerantieband van 4% voor het
vochtigheidsalarm ingesteld. Als u bijvoorbeeld het alarm voor hoge vochtigheid instelt op 60% en het alarm uitschakelt, blijft
het alarmpictogram knipperen tot de temperatuur onder 56% zakt, waarna het alarm afgaat. Het wordt pas weer geactiveerd
als de luchtvochtigheid weer boven de 60% komt.
8.4 Schakel het alarm en het geluid in of uit wanneer je op de knoppen drukt
Je kunt het geluidssignaal voor alarmen ook uitschakelen door op de knoppen te drukken.
40
Advertenties
Inhoudsopgave
