Programmeren en functies van het
kasregister
De programma's en transactiegegevens voor management-
rapportages worden opgeslagen in het geheugen van het
kasregister dat wordt beschermd door back-up batterijen.
Plaats de batterijen voordat u met het programmeren
van het kasregister begint of verkooptransacties uit-
voert, zodat deze informatie bewaard blijft in geval van
een stroomuitval of als de stekker uit het stopcontact
gehaald wordt.
Wijzigingen aanbrengen in de
programmering
Als u een wijziging wilt aanbrengen in de aanvankelijk pro-
grammering (bijvoorbeeld om een BTW-tarief, PLU of wissel-
koers aan te passen):
•
schuif de bedieningsschakelaar in de stand PRG.
•
Voer de betreffende programmering opnieuw uit en
bevestig volgens de aanwijzingen hieronder
•
Schuif de bedieningsschakelaar in een andere modus.
Een nieuwe invoer voor een programma komt automatisch in
de plaats van de vorige invoer voor hetzelfde programma.
Tekst programmeren met alfanumeriek
toetsenblok en tekencodetabel
Om teksten op kassabonnen, PLU-artikelnamen,
omzetgroepsnamen, medewerkersnamen en valuta-
aanduidingen te programmeren kunt u het alfanumerieke
deel van het toetsenblok gebruiken om hoofdletters zonder
accenten in te voeren en de tekencodetabel om kleine letters,
hoofdletters en kleine letters met accenten, speciale tekens
of symbolen in te voeren.
Met het toetsenblok
Om het alfanumeriek toetsenblok te gebruiken voor het
invoeren van een tekst in hoofdletters, zoekt u de ge-
wenste letter op en drukt zo vaak op de betreffende
alfanumerieke toets als nodig is om de letter weer te
geven (de letter verschijnt geheel rechts op het display).
• Als dezelfde alfanumerieke toets moet worden gebruikt
voor opeenvolgende letter van een tekst, drukt u tussen de
twee letters op
• Druk op
als u ook een spatie wilt invoegen.
• Een verkeerde letter kan gewist worden door op
te drukken die de van pc's bekende backspace-functie
heeft.
• Bevestig uw definitieve tekst door op
Voorbeeld: Voer het woord BOEKEN in.
Toets in/Druk op:
B
O
E
N
6
.
te drukken.
E
K
.
Met de tekencodetabel
Met behulp van de tekencodetabel kunt u alle letters en
symbolen invoeren die uw kasregister kan afdrukken.
Om deze tabel te gebruiken, met betrekking tot afbeelding 7:
•
Zoek eerst de gewenste letter of het symbool op en zoek
dan de bijbehorende alfanumeriektoets op aan de hand
van het cijfer in de eerste kolom links.
•
Druk zo vaak op de alfanumeriektoets van het
toetsenblok als nodig is om het teken te selecteren, af
te lezen op de regel bovenaan de tabel.
•
Bevestig uw definitieve tekst door op
OPMERKING: De speciale accenten van de letters worden
niet op het display weergegeven.
Voorbeeld: Selecteer de letters L en Ü.
Toets in/Druk op:
L
Ü
Kop- en voettekst op de kassabon
Het kasregister drukt standaard een tekst af op alle
kassabonnen wanneer de bedieningsschakelaar in de
stand REG2 staat. Het kan tevens een programmeerbare
voettekst afdrukken.
De koptekst op de kassabon kan bestaan uit 4 regels van
elk 24 tekens, de voettekst uit 3 regels van elk 24 tekens.
U kunt de standaard koptekst of de geprogrammeerde
voettekst van het kasregister naar eigen inzicht wijzigen
door
via het toetsenblok en/of de tekencodetabel de
tekens voor de nieuwe tekst in te voeren.
1. Stand bedieningsschakelaar: PRG.
2. Druk herhaaldelijk op
verschijnt dat de eerste regel van de koptekst aangeeft,
of "A01" dat de eerste regel van de voettekst aangeeft.
3. Druk herhaaldelijk op
regelnummer van de kop- of voettekst links op het
medewerkersdisplay wordt weergegeven.
4. Voer de letters of tekens in van de tekst die u wilt
programmeeren en druk op
5. Herhaal stap 3 en 4 voor de overige programmeerbare
kop- of voettekstregels die u wilt instellen.
6. Druk op
om af te sluiten.
te drukken.
Ü
.
tot het bericht "H01"
tot het gewenste
.