● BEDIENINGSINSTRUCTIES ●
N
ACHTSTANDWERKING
NL
Met de NIGHT MODE wijzigt u de helderheid van de bedieningsindi-
cator, schakelt u de pieptoon uit en beperkt u het geluidsniveau van
de buitenunit.
Druk tijdens de werking op
de NIGHT MODE te activeren.
• De bedieningsindicator wordt vaag.
• De pieptoon wordt uitgeschakeld, met uitzondering van het moment
waarop de werking wordt gestart of gestopt.
• Het geluidsniveau van de buitenunit wordt lager dan is vermeld bij
SPECIFICATIES.
Druk opnieuw op
NIGHT MODE te stoppen.
Opmerking:
• Het geluidsniveau van de buitenunit blijft mogelijk ongewijzigd na het op-
starten van de unit, tijdens de beveiligingswerking of afhankelijk van andere
werkingsomstandigheden.
• De ventilatorsnelheid van de binnenunit blijft ongewijzigd.
• De bedieningsindicator wordt moeilijk zichtbaar in een helder verlichte kamer.
• De bediening van de POWERFUL-werking tijdens de nachtstand verhoogt
het geluidsniveau van de buitenunit.
• Het geluidsniveau van de buitenunit neemt niet af wanneer de multisysteem-
functie ingeschakeld is.
NL-9
om het gebruik van
om het gebruik van de