Mass Combi Ultra 12/3000-150, 24/3500-100, 48/3500-50 – Gebruikers- en Installatiehandleiding
5.9
Wat is MasterBus?
Alle apparatuur die geschikt is voor het
MasterBus-netwerk kunt u herkennen aan het
MasterBus symbool.
MasterBus is een netwerk zonder centrale besturing.
Hiermee is communicatie mogelijk tussen de aangesloten
Mastervolt-apparaten. Het is een netwerk dat werkt
volgens het principe van de CAN-bus die zich reeds heeft
bewezen in mobiele toepassingen. MasterBus zorgt voor
de regeling van de elektriciteitsvoorziening van alle
aangesloten apparatuur, zoals de omvormer, de acculader,
de generator en nog veel meer. Hiermee is het mogelijk om
de aangesloten apparatuur met elkaar te laten commu-
niceren, bijvoorbeeld om een generator te laten starten
wanneer de accu's bijna leeg zijn. Met MasterBus wordt de
complexiteit van een elektrische installatie aanzienlijk
teruggebracht door het gebruik van UTP-patchkabels. Alle
onderdelen van het systeem worden eenvoudig aan elkaar
geketend. Hiertoe is ieder component van het systeem
uitgerust
met
twee
MasterBus-communicatiepoorten.
Doordat hiervoor slechts enkele MasterBus-kabels nodig
zijn, kan flink op de materiaal- en installatiekosten worden
bespaard.
Nieuwe apparatuur kan eenvoudig toegevoegd worden aan
het bestaande netwerk. Hierdoor is het MasterBus-netwerk
uiterst
flexibel
voor
uitgebreide
Advanced
Systems
Group
interfaces zoals de Modbus-interface, waardoor ook niet-
MasterBus-apparatuur geschikt is voor gebruik in het
MasterBus-netwerk. Voor centrale bediening en bediening
van de aangesloten apparatuur biedt Advanced Systems
Group verschillende panelen. Alle afstandsbedienings-
panelen zijn geschikt voor zowel uitlezing, bediening als
configuratie van alle aangesloten MasterBus-apparatuur.
LET OP!
Sluit nooit een niet-MasterBus apparaat direct
aan op het MasterBus-netwerk! Hierdoor komt
de garantie op alle MasterBus-apparaten te
vervallen.
5.10
Zó maakt u een MasterBus netwerk
Elk
MasterBus-apparaat
communicatiepoorten. Zodra twee of meer apparaten via
deze communicatiepoorten met elkaar in verbinding
worden gebracht, vormen ze een lokaal datanetwerk,
aangeduid als MasterBus. Houd rekening met de volgende
regels:
Plaats een terminator aan beide uiteinden van het
netwerk.
systeemconfiguratie.
biedt
ook
verschillende
is
uitgerust
met
OK
Verbindingen tussen de apparaten maakt u met
behulp van standaard UTP-kabels.
OK
Minstens één apparaat in het netwerk moet in staat
zijn om MasterBus-voeding te leveren (zie
specificaties). Aangezien alle voedende apparaten
gegalvaniseerd zijn, is het mogelijk om meerdere
voedende apparaten aan te sluiten.
Maak geen cirkelvormige netwerken.
twee
Maak geen T-verbindingen in het netwerk.
21
OK