Mass Combi Ultra 12/3000-150, 24/3500-100, 48/3500-50 – Gebruikers- en Installatiehandleiding
5 INSTALLATIE
Gedurende de installatie en het in gebruik stellen van de
Mass Combi Ultra zijn altijd de Veiligheidsvoorschriften en -
maatregelen van toepassing. Zie hiervoor hoofdstuk 2 van
deze gebruikershandleiding.
5.1
Uitpakken
De doos waarin de Mass Combi Ultra is geleverd bevat
behalve de Mass Combi Ultra:
•
een accutemperatuursensor;
•
deze gebruikershandleiding;
•
een MasterBus terminator.
Controleer na het uitpakken de inhoud op mogelijke
beschadigingen. In geval van beschadigingen moet u het
product niet gebruiken. Neem in geval van twijfel contact
op met uw leverancier.
Controleer aan de hand van de typenummerplaat (zie
paragraaf 1.6) of de DC-ingangsspanning overeenkomt
met de accuspanning (bijv. een 24 V accu set voor een 24
V ingangsspanning). Controleer ook of de AC-uitgangs-
spanning en het uitgangsvermogen van de Mass Combi
Ultra geschikt zijn voor de aan te sluiten belasting.
5.2
Gebruiksomgeving
Neem tijdens installatie de volgende voorwaarden in acht:
•
De Mass Combi Ultra is ontworpen voor binnenshuis
gebruik.
•
Omgevingstemperatuur:
(afnemende prestaties boven de 40 ˚C).
•
Maximale gebruiks- / installatiehoogte: 2000 m.
•
Luchtvochtigheid: 0-95 % niet condenserend.
•
Monteer de Mass Combi Ultra op of aan een solide
ondergrond, met de aansluitkabels naar beneden.
•
Zorg ervoor dat de tijdens bedrijf opgewarmde lucht kan
ontsnappen. De Mass Combi Ultra dient zo te worden
gemonteerd dat er geen blokkade van de luchtventilatie
kan ontstaan.
•
Houd rondom de Mass Combi Ultra tenminste 10 cm / 4
inch ruimte vrij. Houd aan de onderzijde tenminste 15
cm / 6 inch vrij.
•
Plaats de Mass Combi Ultra niet in dezelfde ruimte als
de accu's.
•
Plaats de Mass Combi Ultra nooit recht boven de
accu's i.v.m. mogelijke corrosieve accudampen.
˚C
tot
60
van
-25
5.3
Bedrading
De
bedrading
aansluitcompartiment. De bedrading kan, indien nodig,
achterlangs van boven naar beneden lopen.
Voer de bedrading altijd eerst door de wartels en sluit de
bedrading dan op de aansluitklemmen aan. Sluit de fase
aan op de L-schroefklem, de nulleider op de N-schroefklem
en de aarding op de PE-schroefklem, zie afbeelding 5-1.
Afbeelding 5-1: Aansluitingen op de AC-klemmen
WAARSCHUWING
NOOIT
aansluiten. Dit kan een elektrische schok
veroorzaken!
˚C,
5.3.1
AC-bedrading
Voor een veilige installatie dient u de juiste aderdoorsnee
toe te passen. Gebruik geen aderdoorsnee die kleiner is
dan aangegeven. Zie onderstaande tabel om de juiste
aderdoorsnee voor de AC-bedrading te kiezen:
AC-stroom
0-20 A
20-32 A
32-48 A
48-80 A
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende
bepalingen en afbeelding 5-1)
Draadkleur
Bruin of zwart
Blauw
Groen/geel
De maximale stroom die de Mass Combi Ultra binnenkomt,
dient te worden begrensd. Daarom moet de AC-ingang in
de L-kabel worden gezekerd met hieronder genoemde
zekeringen. Maximale zekering generator-ingang ("GEN"):
50 A en zekering net-ingang ("MAINS"): 30 A. De
aderdoorsnede van de PE/GND draad moet tenminste
gelijk zijn aan de aderdoorsnede van L1.
wordt
aangesloten
binnen
de
generator
aan
de
Minimale aderdoorsnede:
2,5 mm²
AWG 13
4 mm²
AWG 11
6 mm²
AWG 9
10 mm²
AWG 7
Omschrijving
Aansluiten op:
Fase
L1
Nul
N
Aarde
PE / GND
17
in
het
walstroom