1
Sluit eerst het netsnoer aan op het apparaat en steek
daarna de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Het lampje ON/STANDBY licht rood op en het
apparaat schakelt over naar de stand-bymodus.
2
Druk op de knop ?/1 (On/Standby) om het apparaat
aan te zetten.
Het lampje ON/STANDBY knippert groen en blijft
dan groen branden.
3
De scherpstelling aanpassen.
Druk op de knop LENS ADJUSTMENT (FOCUS)
om het venster Lens focus adjustment weer te geven
(testbeeld). Pas vervolgens de scherpstelling van het
beeld aan met de knop M/m/</,.
Tips
• Wanneer ''Lens Control' of 'Off' staat in het menu
kunt u de scherpstelling, beeldgrootte of de juiste positie niet
wijzigen met de knop FOCUS, ZOOM of SHIFT (pagina 29).
• Als 'Test Pattern' in het menu Function
wordt het testbeeld niet weergegeven (pagina 27).
Opmerking
Stel de lens in met behulp van knoppen op de afstandsbediening of
het bedieningspaneel van het apparaat. Pas de lensinstelling nooit
aan door de lens rechtstreeks met de hand te verdraaien, want dit kan
leiden tot schade of storing aan het apparaat.
4
Rode lampjes.
Knippert een tiental
seconden groen en
blijft dan groen
branden.
5
Installation,
Tip
op 'Off' is ingesteld,
Wanneer u op de knop
Opmerking
Wanneer u de beeldpositie aanpast, raak dan de lensunit niet aan om
te voorkomen dat uw vingers tussen de bewegende onderdelen
bekneld raken.
NL
7
De beeldgrootte aanpassen.
Druk op de knop LENS ADJUSTMENT (ZOOM) om
het venster Lens Zoom adjustment weer te geven
(testbeeld). Pas vervolgens de grootte van het beeld
aan met de knop M/m/</, .
Druk op M/, om het beeld te vergroten.
Druk op m/< om het beeld te verkleinen.
De beeldpositie aanpassen.
Druk op de knop LENS ADJUSTMENT (SHIFT) om
het venster Lens shift adjustment weer te geven
(testbeeld). Breng het beeld dan in de juiste positie
met de knop M/m/</,.
drukt, verdwijnt het testbeeld.