geBRUIks- eN oNDeRHoUDs-HANDLeIDINg
windsnelheid
Benaming
(km/u)
0 Flauw en stil
0
Flauwe
1
1-6
koelte
2 Lichte koelte
7-11
3 Matige koelte
12-19
4 Frisse bries
20-29
5 Stijve bries
30-39
Krachtige
6
40-50
wind
7 Harde wind
51-62
8 Stormachtig
63-75
9 Storm
76-87
10 Zware storm
88-102
Zeer zware
11
103-117 28.5-32.6
storm
12 Orkaan
> 117
windschaal van Beaufort
windsnelheid
(m/s)
0
Spiegelgladde zee (vlak).
Kleine golfjes, geschubd oppervlak. Er vormen zich nog geen
0.3-1.5
schuimkoppen.
Kleine, korte golven. De golven breken nog niet, maar hebben
1.6-3.4
een glasachtig aanzicht.
Kleine golven die beginnen te breken met schuim met glasachtig
3.4-5.4
aanzicht. Kleine golven met schuimkopjes.
5.5-7.9
Kleine langer wordende golven met meer schuimkoppen.
Matige, langer wordende golven met witte schuimplekken en
8.0-10.7
opwaaiend schuim.
10.8-13.8 Grotere golven met witte schuimplekken en opwaaiend schuim.
Hogere golven, het witte schuim begint zich als strepen in de
13.9-17.1
richting van de wind te ontwikkelen.
Stormachtige wind Matig hoge golven, met aanmerkelijke
17.2-20.7
kamlengte, toppen waaien af en vormen goed ontwikkelde
schuimstrepen in de richting van de wind.
Hoge golven, zware strepen schuim, rollers beginnen zich te
20.8-24.4
vormen, het zicht kan door verwaaid schuim worden beïnvloed.
Zeer hoge golven met lange overslaande golfkammen, grote
24.5-28.4
oppervlakken schuim, de zee krijgt een wit aanzicht, zware
overslaande rollers, verwaaid schuim vermindert het zicht.
Golven zo hoog dat middelgrote schepen elkaar tijdelijk uit het
oog verliezen. Zee volledig bedekt met schuim. de randen van de
golfkammen verwaaien overal, het zicht is sterk verminderd.
Zeer hoge golven, de lucht is met schuim en verwaaid zeewater
> 32.5
gevuld, de zee is volkomen wit.
Uitwerking boven zee
15
IM R15
Uitwerking boven
land
Rook stijgt recht omhoog.
Windrichting te zien aan
rook.
Wind voelbaar in gezicht.
Bladeren ritselen.
Bladeren en kleine twij-
gen constant in bewe-
ging.
Stof en losse papiertjes
waaien op. Kleine takken
bewegen.
Kleine takken en bomen
beginnen te zwaaien. Kleine
kuifjes op golven op bin-
nenwateren.
Grote takken in bewe-
ging. Paraplu's worden
moeilijk hanteerbaar.
Hele bomen in beweging.
Twijgen breken af van de
bomen. Lopen tegen de
wind in wordt moeilijk.
Lichte schade aan gebou-
wen (schoorsteenkappen en
dakpannen waaien af).
Bomen worden ontwor-
teld. Aanzienlijke schade
aan gebouwen.
Grote verwoestingen.
Flinke schade aan ge-
bouwen.
Veel vernielingen.
Grote schade aan veel
gebouwen.