snoer met de mA- bus, als u stromen tot max. 200 mA wilt meten resp.
met de 10-A- bus als u stromen groter dan 200 mA tot max. 10 A wilt
meten.
2.
Stel de draaischakelaar in op het gewenste, benodigde meetbereik
(2000 uA , 20 mA, 200mA of 10 A).
3.
Verbind de meetsnoeren in serie met het meetobject (zie onderstaande
afbeelding).
Zekering
– –
...
Stroombron
Meet geen stromen in stroomcircuits, waarin spanningen
groter dan 35 VDC kunnen voorkomen, omdat er anders voor
u levensgevaar bestaat.
Meet in geen geval stromen hoger dan 10 A. Meet alleen in
meetcircuits, die zelf met 10 A afgezekerd zijn resp. waarin
geen capaciteiten > 350 VA kunnen voorkomen.
Metingen van stromen gelijk aan 10 A mogen max. 10 s lang
en alleen in íntervallen van 15 minuten uitgevoerd worden
(afkoelfase voor de shunt).
D Weerstandsmeting
Overtuig u ervan, dat alle te meten delen van schakelingen,
de schakelingen zelf en componenten alsmede andere
meetobjecten absoluut spanningloos zijn.
Voor de meting van weerstanden handelt u als volgt:
1.
Verbind het rode meetsnoer met de V/Ohm- bus en het zwarte meet-
snoer met de COM- bus.
14
ampèremeter/
meetapparaat
A
Meetobject,
verbruiker...
2.
Stel het gewenste, benodigde meetbereik (200 Ohm, 2000 Ohm, 20
kOhm, 200 kOhm of 20 Mohm) in met de draaischakelaar.
3. Verbind de punten van de meetsnoeren met het spanningloze meetobject.
Aanwijzingen!
Als u een weerstandsmeting uitvoert, dient u er op te letten dat de
meetpunten, die u met de punten van de meetsnoeren aanraakt, vrij
zijn van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke. Dergelijke omstandig-
heden kunnen de meetwaarde vervalsen.
Bij weerstanden > ca. 1 MΩ kan het zijn dat de aanduiding op het
display wat tijd nodig heeft om te stabiliseren ("in te stellen"). Zodra
er "OL" op het display verschijnt en de bargraph alle segmenten
weergeeft, heeft u het meetbereik overschreden resp. het meet-
traject is onderbroken.
Tijdens de weerstandsmeting zijn ook de kleine drie displays rechts
naast het hoofddisplay actief. In het bovenste kleine display
verschijnt de meetwaarde van dat ogenblik met een vertraging van
1 sec, op het middelste display verschijnt de meetwaarde met een
vertraging van 2 sec en op het onderste kleine display verschijnt de
meetwaarde met een vertraging van 3 seconden.
E Diodentest
Voor het meten van dioden of halfgeleiders resp. voor de doorgangstest van
spanningloze snoeren en kabels handelt u als volgt (let beslist op onder-
staande afbeeldingen):
1.
Verbind het zwarte meetsnoer met de COM- bus en het rode meet-
snoer met de V/Ohm- bus.
2.
Stel de draaischakelaar in op "->I-/•".
3.
Bij de diodentest heeft de getoonde waarde betrekking op de door-
laatspanning (voorwaartsspanning) van een Si- halfgeleidertraject
(silicium- PN- overgang). Bij de doorgangstest klinkt bij weerstanden
kleiner dan ca. 70 Ohm een akoestisch signaal. Dit akoestische signaal
is ook te horen bij kortgesloten (defecte) dioden.
15