Voor het vervangen van de bereikszekering van de mA- stroomingang
koppelt u de meter los van het meetcircuit en schakelt u hem uit. Verwijder
alle aangesloten leidingen en testpunten. Neem een passende kruiskop-
schroevendraaier en open de behuizing van het apparaat zoals dat beschreven
is onder "a) Vervangen van de batterij". Verwijder de defecte zekering en
vervang deze met een zekering van het type en stroomsterkte 0,315 A flink,
230V; gebruikelijke aanduiding: F0,315A/250V of F315mA/250V.
Nadat de zekering vervangen is sluit u het meetapparaat weer zorgvuldig.
Neem de meter pas weer in gebruik als de behuizing veilig gesloten en dicht-
geschroefd is.
c) Aansluiten van de meetsnoeren
Gebruik voor uw metingen steeds de meegeleverde meetsnoeren. Let voor
elke aansluiting op de toestand van de aansluitstekkers resp. meetpunten
alsmede op onbeschadigde isolatie.
Deze meetsnoeren zijn toegelaten voor spanningen tot max. 600 V. Uw meet-
apparaat, de VC 140 is ontworpen voor spanningen tot max. 600 VDC resp.
VACrms galvanisch van het net gescheiden, in CAT I. Wees bijzonder voor-
zichtig met spanningen groter dan 25 V wissel- resp. 35 V gelijkspanning.
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, omdat er anders
door beschadiging van de meter voor u levensgevaar bestaat.
d) Ingebruikneming
Basisinstelling
De meter wordt door draaien aan de draaischakelaar vanuit de "OFF"-
positie ingeschakeld.
e) Gebruik sokkel resp. bussen
Transistorsokkel (hfe)
De vierpolige transistorsokkel is symmetrisch van opschriften voorzien.
Steek de spanningloze transistoraansluitingen (B) basis, (E) emitter en (C)
collector, zoals getekend, in de sokkelbussen. De penbezetting van de
verschillende transistors vindt u in een transistor- vergelijkingsboek.
10
f) Meetfunctie- schakelaar = draaischakelaar
De draaischakelaar mag tijdens de verbinding met een
meetobject in geen geval verdraaid worden, omdat daardoor
de meter vernield kan worden resp. er voor u als gevolg
daarvan bij spanningen > 25 VACrms resp. > 35 VDC levens-
gevaar kan ontstaan.
Met de wijzers van de klok mee zijn de volgende metingen mogelijk:
V ≈
= gelijkspanning (5 bereiken)
V ~
= wisselspanning (5 bereiken)
hFE
= meting van de hfe- parameters van transistors
->|-
= diodentest en akoestische doorgangstest
°C
= temperatuurmeting
A=
= gelijkstroom (4 bereiken "2000 uA tot 10A")
OHM
= weerstandsmeting (5 bereiken)
g) Data-hold "HOLD"
Bij het indrukken van de toets "HOLD" links onder het display wordt de
meetwaarde van dit moment vastgehouden. Als u deze subfunctie wilt verla-
ten, drukt u nogmaals op de toets "HOLD". Daarop wordt de meting weer
vrijgegeven.
h) Display- aanduidingen resp. symbolen boven de werkingssoorten
h1
diodentest
De waarde die bij de diodentest getoond wordt, is de doorlaat-
spanning bij ca. 1 mA teststroom. Het meetbereik bedraagt hier 0 tot
ca. 3,0 V.
h2
negatieve polariteit
Bij omgewisselde meetsnoeren resp. bij negatieve polariteit verschijnt
er een "-" teken voor de meetwaarde.
h3
transistortest
Bij de transistortest wordt de hfe- parameter gemeten.
11