13-MENU INSTELLINGEN
•
Externe sonde
Hiermee kunt u de installatie laten werken met klimaatregeling van de temperatuur. Wanneer een externe sonde op de klemmen 1 en 2
wordt geïnstalleerd (NTC 10KOhm bij 25°C b=3435), wordt de temperatuur van het water automatisch berekend door de elektronica in
functie van de buitentemperatuur volgens onderstaande curves:
De externe sonde moet geïnstalleerd worden op een buitenmuur die naar het noorden of het noordwesten is gericht. Indien nodig kan de
waarde die door de sonde wordt gemeten met + 5 -5°C gecorrigeerd worden.
•
Sonde boiler
Om deze optie te activeren, sluit u een sonde aan (NTC 10KOhm bij 25°C b=3435) op het punt 1 en 2 van het klemmenbord met 9 polen
achteraan.
De warmteaanvraag vindt plaats wanneer de sonde van de boiler een temperatuur meet die 2°C lager ligt dan de set van de temperatuur
van de accumulatie, gemarkeerd door een kraantje in het menu van de temperaturen.
In deze configuratie is de hulpuitgang geconfigureerd als een potentiaalvrij contact om de driewegsklep aan te sturen (contacten nr. 7-8-
9 van het klemmenbord met 9 polen achteraan)
•
Thermostaat boiler
Om deze optie te activeren, sluit u een thermostaat aan met contact normaal open (N.O.) op het punt 1 en 2 van het klemmenbord met
9 polen achteraan.
De warmteaanvraag vindt plaats wanneer de thermostaat van de boiler het contact sluit.
In deze configuratie is de hulpuitgang eveneens geconfigureerd als een potentiaalvrij contact om de driewegsklep aan te sturen
(contacten nr. 7-8-9 van het klemmenbord met 9 polen achteraan).
•
Sonde puffer
Om deze optie te activeren, sluit u een sonde aan (NTC 10KOhm bij 25°C b=3435) op het punt 1 en 2 van het klemmenbord met 9 polen
achteraan.
De warmteaanvraag vindt plaats wanneer de sonde van de boiler een temperatuur meet die 2°C lager ligt dan de set van de temperatuur
van de accumulatie, gemarkeerd door een radiator in het menu van de temperaturen.
Bij de installatie met puffer is de werking van de kachel enkel en alleen bepaald door de sonde van de puffer en niet door de sonde van de
omgeving. De sonde van de omgeving op de kachel dient alleen om een pomp van de verwarmingsinstallatie aan te sturen, aangestuurd
via het potentiaalvrije contact N.O.: (max. 5 ampère, niet geschikt voor brushless pompen met hogere piekstroom) op de klemmen 8-9.
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
51