2
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht.
3
Selecteer indien nodig de geheugenkaart waar u gegevens
naartoe wilt kopiëren.
4
Selecteer een optie:
• Als u gegevens op de geheugenkaart wilt overzetten naar
de kaartplotter en deze wilt combineren met bestaande
gebruikersgegevens, selecteert u Voeg in van kaart.
• Als u gegevens op de geheugenkaart wilt overzetten naar
de kaartplotter en bestaande gebruikersgegevens wilt
overschrijven, selecteert u Vervang van kaart.
5
Selecteer de bestandsnaam.
Via-punten, routes en sporen kopiëren naar
een geheugenkaart
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
2
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht > Opslaan op kaart.
3
Selecteer indien nodig de geheugenkaart waar u gegevens
naartoe wilt kopiëren.
4
Selecteer een optie:
• Als u een nieuw bestand wilt maken, selecteert u Voeg
nieuw bestand toe en voert u een naam in.
• Als u de informatie wilt toevoegen aan een bestaand
bestand, selecteert u het bestand in de lijst.
Geïntegreerde kaarten naar een
geheugenkaart kopiëren
U kunt kaarten van de kaartplotter kopiëren naar een
geheugenkaart, zodat u deze kunt gebruiken met HomePort.
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
2
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht.
3
Selecteer Ingebouwde kaart kopiëren.
Een back-up van gegevens maken op een
computer
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
2
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht > Opslaan op kaart.
3
Selecteer een naam in de lijst of selecteer Voeg nieuw
bestand toe.
4
Selecteer Opslaan op kaart.
5
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze in een kaartlezer
die op een computer is aangesloten.
6
Open de map Garmin\UserData op de geheugenkaart.
7
Kopieer het desbetreffende back-upbestand op de kaart en
plak dit op een willekeurige locatie op de computer.
De back-upgegevens herstellen naar een
kaartplotter
1
Plaats de geheugenkaart in een kaartlezer die is aangesloten
op de computer.
2
Kopieer een back-upbestand van de computer naar de map
Garmin\UserData op de geheugenkaart.
3
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
4
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht > Vervang van kaart.
Appendix
Systeeminformatie op een geheugenkaart
opslaan
U kunt de systeeminformatie op een geheugenkaart opslaan en
indien nodig gebruiken als hulp bij het oplossen van problemen.
Een medewerker van de productondersteuning kan u namelijk
vragen deze informatie te gebruiken om gegevens over het
netwerk op te halen.
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartuitsparing.
2
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie >
Garmin-toestellen > Opslaan op kaart.
3
Selecteer indien nodig de geheugenkaart waarop u de
systeeminformatie wilt opslaan.
4
Verwijder de geheugenkaart.
Appendix
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
• Ga naar xxx.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Digitaal schakelen
U kunt uw kaartplotter gebruiken om circuits te bewaken of te
bedienen als een compatibel systeem is aangesloten.
U kunt bijvoorbeeld de binnen- en navigatieverlichting van het
vaartuig bedienen. Ook kunt u leeftankcircuits bewaken.
Voor toegang tot de digitale schakelcircuits selecteert u Info >
Circuitbediening.
Voor meer informatie over de aanschaf en configuratie van een
digitaal schakelsysteem kunt u contact opnemen met uw Garmin
dealer.
Het GRID externe invoertoestel koppelen met
de kaartplotter
Voordat u een GRID extern invoertoestel kunt gebruiken met
een kaartplotter, moet u de toestellen koppelen.
U kunt de koppeling van de toestellen beginnen vanuit de
kaartplotter of vanuit het GRID externe invoertoestel.
Het GRID toestel met de kaartplotter koppelen vanaf
de kaartplotter
1
Selecteer Instellingen > Systeem > Stationsgegevens >
GRID™ koppelen > Voeg toe.
2
Druk op het GRID externe invoertoestel op SELECT.
Het GRID toestel met de kaartplotter koppelen via het
GRID toestel
1
Druk op het GRID externe invoertoestel tegelijkertijd op + en
HOME.
Op alle kaartplotters in het Garmin Marine Network wordt nu
een selectiepagina geopend.
2
Draai het wieltje op het GRID externe invoertoestel om
Selecteer te markeren bij de kaartplotter die u wenst aan te
sturen met het GRID externe invoertoestel.
3
Druk op SELECT.
De GRID joystick draaien
In bepaalde installatie-situaties kunt u de oriëntatie van de GRID
joystick draaien.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Marine Network.
2
Selecteer het GRID toestel.
49