Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Afstandsbediening Loskoppelen Van Alle Kaartplotters; De Garmin Helm Toepassing Gebruiken Met De Kaartplotter; Draadloze Windsensor; Een Draadloze Sensor Verbinden Met De Kaartplotter - Yamaha CL7 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CL7:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Volg de instructies op het scherm.
De afstandsbediening loskoppelen van alle
kaartplotters
1
Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie >
Draadloze toestellen > Draadloze afstandsbed. >
Ontkoppel alle.
2
Volg de instructies op het scherm.
De Garmin Helm toepassing gebruiken met
de kaartplotter
Voordat u de kaartplotter kunt bedienen met de Garmin Helm
toepassing, moet u de toepassing downloaden en installeren en
de kaartplotter verbinden met een Wi‑Fi router.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Helm-app.
2
Selecteer een optie.
3
Gebruik de toepassing om de kaartplotter te bekijken of te
bedienen.

Draadloze windsensor

Een draadloze sensor verbinden met de kaartplotter

U kunt gegevens van een compatibele draadloze sensor op de
kaartplotter weergeven.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen.
2
Selecteer de windsensor.
3
Selecteer Schakel in.
De kaartplotter begint naar de draadloze sensor te zoeken en
maakt er verbinding mee.
Voeg de gegevens toe aan een gegevensveld of een meter om
gegevens van de sensor weer te geven.
De oriëntatie van de windsensor wijzigen
U dient deze instelling aan te passen als de sensor niet naar de
voorzijde van de boot is gericht, exact parallel aan de
middenlijn.
OPMERKING: De voorzijde van de sensor wordt aangegeven
door de opening waar de kabel is verbonden met de paal.
1
Bepaal de hoek, gemeten in graden met de klok mee rond de
mast, waarop de sensor is weggericht van het midden van de
voorzijde van de boot:
• Als de sensor naar stuurboord is gericht, moet de hoek
tussen 1 en 180 graden zijn.
• Als de sensor naar bakboord is gericht, moet de hoek
tussen -1 en -180 graden zijn.
2
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen.
3
Selecteer de windsensor.
4
Selecteer Windhoekcorrectie.
5
Voer de hoek in die u in stap 1 hebt bepaald.
6
Selecteer OK.
Een quatix
horloge verbinden met de
®
kaartplotter
U kunt verbinding maken tussen een compatibel quatix horloge,
zoals het quatix 3 horloge, en een compatibele kaartplotter om
gegevens van de kaartplotter op uw quatix horloge weer te
geven.
1
Breng het quatix horloge binnen bereik (3 m) van de
kaartplotter.
2
Selecteer vanuit het quatix horlogeklokweergavescherm
START > Bootgegevens > START.
48
OPMERKING: Als u al verbinding hebt gemaakt met een
kaartplotter en u wilt verbinding maken met een andere
kaartplotter, opent u het scherm Bootgegevens, houdt u UP
ingedrukt en selecteert u Koppel nieuwe.
3
Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie >
Draadloze toestellen > Garmin Wearable > Schakel
verbind. in > Nieuwe verbinding.
De kaartplotter begint naar het draagbare toestel te zoeken
en maakt er verbinding mee.
Als de toestellen zijn gekoppeld, maken ze automatisch
verbinding met elkaar als ze worden ingeschakeld en binnen
bereik zijn.
Een Garmin Nautix
de kaartplotter
Koppelen is de totstandbrenging van een verbinding tussen
twee compatibele draadloze toestellen. U maakt bijvoorbeeld
een koppeling als u een Garmin Nautix toestel voor de eerste
keer verbindt met een compatibele kaartplotter. Voor een lijst
van compatibele toestellen gaat u naar de productpagina op
www.garmin.com.
OPMERKING: U kunt een Garmin Nautix toestel koppelen met
meerdere compatibele toestellen voor een betere dekking op
grotere boten.
1
Breng een Garmin Nautix toestel binnen bereik (3 m) van de
kaartplotter.
Het toestel zoekt automatisch naar alle compatibele
toestellen binnen het bereik.
2
Selecteer indien nodig in het menu van het draagbarre
toestel Toestelverbindingen > Koppel nieuw toestel.
3
Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie >
Draadloze toestellen > Garmin Wearable > Schakel
verbind. in > Nieuwe verbinding.
De kaartplotter begint naar het draagbare toestel te zoeken
en maakt er verbinding mee.
Als de toestellen zijn gekoppeld, maken ze automatisch
verbinding met elkaar als ze worden ingeschakeld en binnen
bereik zijn.

Beheer van kaartplottergegevens

Via-punten, routes en sporen vanaf
HomePort naar een kaartplotter kopiëren
Als u gegevens wilt kopiëren naar de kaartplotter, moet de
laatste versie van het softwareprogramma HomePort op uw
computer zijn geïnstalleerd en moet er een geheugenkaart zijn
geplaatst in de kaartplotter.
Kopieer de gegevens van HomePort naar de voorbereide
geheugenkaart.
Zie voor meer informatie het HomePort helpbestand.
Een bestandstype selecteren voor via-
punten en routes van andere leveranciers
U kunt via-punten en routes op toestellen van andere
leveranciers importeren en exporteren.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht > Bestandstype.
2
Selecteer GPX.
Als u weer gegevens wilt overzetten met Garmin toestellen,
selecteert u het bestandstype ADM.
Gegevens van een geheugenkaart kopiëren
1
Plaats een geheugenkaart in een kaartuitsparing.
toestel verbinden met
Beheer van kaartplottergegevens

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave