Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Informatie Over Systeem En Software Weergeven; Het Gebeurtenislog Weergeven; Voorkeursinstellingen; Eenheden Instellen - Yamaha CL7 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CL7:
Inhoudsopgave

Advertenties

Schermvolgorde: Hiermee kunt u de volgorde van schermen
instellen. Dit is belangrijk als u een extern GRID
invoerapparaat gebruikt.
Stuurautom. ingesch.: Staat u toe om de stuurautomaat vanaf
dit toestel te bedienen.
Reset lay-outs: Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen voor alle
schermlay-outs van dit station herstellen.
Herstel stations: Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen voor
alle schermlay-outs van het station herstellen.

Informatie over systeem en software weergeven

U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, alle aanvullende
kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de
optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id
weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de
systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens
aan te schaffen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie.

Het gebeurtenislog weergeven

In het logboek wordt een lijst met systeemgebeurtenissen
weergegeven.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie >
Gebeurtenislog.

Voorkeursinstellingen

Selecteer Instellingen > Voorkeuren.
Eenheden: Hiermee stelt u de maateenheid in.
Taal voor tekst: Stelt de taal van de tekst op het scherm in.
Navigatie: Hiermee stelt u navigatievoorkeuren in.
Toetsenbordindeling: Hiermee rangschikt u de knoppen op het
schermtoetsenbord.
Schermafdruk opslaan: Hiermee kunt u schermafbeeldingen
opslaan.
Gebr.gegevens delen: Hiermee kunt u via-punten en routes
delen via het Garmin Marine Network. Op alle kaartplotters
die via-punten en routes delen moet deze instelling zijn
ingeschakeld.
Weergave menubalk: Toont en verbergt de menubalk
automatisch wanneer deze wel of niet nodig is.

Eenheden instellen

Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Eenheden.
Systeemeenheden: Stelt de systeemeenheid in voor het
toestel.
Afwijking: Hiermee wordt de magnetische afwijking, de hoek
tussen het magnetische noorden en het ware noorden,
ingesteld voor uw huidige locatie.
Noordreferentie: Stelt de richtingreferenties in voor het
berekenen van de koersinformatie. Waar stelt het
geografische noorden in als de noordreferentie. Grid stelt het
kaartnoorden in als de noordreferentie (000º). Magnetisch
stelt het magnetische noorden in als de noordreferentie.
Positieweergave: Hiermee selecteert u de positieformaat
waarmee een locatie wordt aangeduid. Wijzig het
positieformaat alleen wanneer u een kaart gebruikt met een
afwijkende indeling.
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinatensysteem van de
kaart in. Wijzig deze instelling alleen wanneer u een kaart
gebruikt met een afwijkende kaartindeling.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdweergave, tijdzone en zomertijd
instellen.

Navigatie-instellingen

OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
kaarten of toestellen vereist.
44
Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Navigatie.
Routelabels: U kunt instellen welk type labels wordt
weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
Koerswijzigingsovergang: Hiermee kunt u instellen hoe de
kaartplotter overschakelt naar de volgende koerswijziging of
het volgende routedeel op de route. U kunt de
overschakeling instellen op basis van tijd of afstand
voorafgaand aan de koerswijziging. Door de waarden tijd of
afstand te verhogen, kunt u de nauwkeurigheid van de
stuurautomaat bij het navigeren van een route of het volgen
van een Auto Guidance-lijn vergroten bij veel wendingen en
bij hoge snelheden. Voor rechtere routes en lagere
snelheden kan het verlagen van deze waarde de
nauwkeurigheid van de stuurautomaat vergroten.
Snelheidsbronnen: Hiermee kunt u de bron voor
snelheidsmetingen instellen.
Auto Guid.: Stelt de meeteenheden in voor de Voorkeursdiepte,
Vrije doorvaarthoogte en Afstand kustlijn wanneer bepaalde
premiumkaarten worden gebruikt.
Begin van route: Selecteert een beginpunt voor routenavigatie.

Configuraties van Auto Guidance routes

VOORZICHTIG
De instellingen voor Voorkeursdiepte en Vrije doorvaarthoogte
zijn van invloed op de manier waarop de kaartplotter een Auto
Guid. route berekent. Als de waterdiepte of de obstakelhoogte in
een gebied niet bekend is, wordt geen Auto Guid. route
berekend voor dat gebied. Als een gebied aan het begin of
einde van een Auto Guid. route minder diep is dan de
Voorkeursdiepte of lager dan de instellingen voor Vrije
doorvaarthoogte, wordt er afhankelijk van de kaartgegevens wel
of geen Auto Guid. route berekend voor dat gebied. De koers
door deze gebieden wordt op de kaart weergegeven als een
grijze lijn of een lijn met magenta en grijze lijnen. Er wordt een
alarmbericht weergegeven wanneer uw boot een van deze
gebieden binnenvaart.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op alle
kaarten.
U kunt de parameters instellen die door de kaartplotter worden
gebruikt bij het berekenen van een Auto Guid. route.
Voorkeursdiepte: Hiermee stelt u de minimale waterdiepte in,
gebaseerd op dieptegegevens van de kaart, waarin uw boot
veilig kan varen.
OPMERKING: De minimale waterdiepte voor de
premiumkaarten (van vóór 2016) is 0,9 meter (3 ft.). Als u
een waarde invoert van minder dan 0,9 meter (3 ft.), gebruikt
de kaart alleen diepten van 0,9 meter (3 ft.) bij het berekenen
van een Auto Guid. route.
Vrije doorvaarthoogte: Hiermee kunt u de minimale hoogte
voor bruggen of obstakels instellen, gebaseerd op de
kaartgegevens, waar de boot nog veilig onderdoor kan varen.
Afstand kustlijn: Hiermee stelt u in hoe dicht op de kust u de
Auto Guid. route wilt plaatsen. De Auto Guid. route wordt
mogelijk verplaatst als u deze instelling tijdens het navigeren
wijzigt. De voor deze instelling beschikbare waarden zijn
relatief in plaats van absoluut. Om ervoor te zorgen dat de
Auto Guidance lijn op de juiste afstand van de kust wordt
geplaatst, kunt u de plaatsing van de Auto Guid. route
beoordelen aan de hand van een of meer bekende
bestemmingen waarvoor navigatie door nauw vaarwater is
vereist

(De afstand ten opzichte van de kust aanpassen,

pagina
16).
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen
De instelling Afstand kustlijn geeft aan hoe dicht op de kust u de
Auto Guid. lijn wilt plaatsen. De Auto Guid. lijn wordt mogelijk
Toestelconfiguratie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave