Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Aangepaste Parkeerstand Instellen; Een Andere Radarbron Selecteren; Stuurautomaat; Het Stuurautomaatscherm Openen - Yamaha CL7 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CL7:
Inhoudsopgave

Advertenties

De mogelijke boegcorrectie meten
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
1
Maak met behulp van een magnetisch kompas een optische
peiling van een stilliggend object dat zich binnen het
zichtbare bereik bevindt.
2
Meet de peiling van het object op de radar.
3
Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1° bedraagt, stelt
u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen, moet u eerst de
potentiële boegcorrectie meten.
De instelling van de boegcorrectie die voor één radarmodus
wordt opgegeven, geldt voor alle andere radarmodi en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Installatie > Voorkant boot.
2
Selecteer Omhoog of Omlaag om de correctie in te stellen.

Een aangepaste parkeerstand instellen

Als u meer dan één radar op uw boot hebt, moet u het
radarscherm weergeven voor de radar die u wilt aanpassen.
Standaard wordt de radarantenne loodrecht op het voetstuk
gestopt wanneer de radar niet draait. U kunt deze positie
wijzigen.
1
Selecteer in het radarscherm Menu > Radar instellen >
Installatie > Antenneconfiguratie > Parkeerstand.
2
Gebruik de schuifregelaar om de parkeerstand van de
antenne aan te passen en selecteer Terug.

Een andere radarbron selecteren

1
Selecteer een optie:
• Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Bron.
• Selecteer Instellingen > Communicatie >
Voorkeursbronnen > Radar.
2
Selecteer de radarbron.

Stuurautomaat

WAARSCHUWING
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee
u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw
verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom
gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit
onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw
boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open
water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de
buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere
boten.
De stuurautomaat past voortdurend de besturing van uw boot
aan om een constante koers (vaste voorliggende koers) aan te
houden. Het systeem maakt tevens handmatige besturing en
verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen
mogelijk.

Het stuurautomaatscherm openen

Voordat u het stuurautomaatscherm kunt openen, moet u een
compatibele stuurautomaat installeren en configureren.
Selecteer A/V, bediening > Stuurautomaat.
Stuurautomaat

Het stuurautomaatscherm

Werkelijke koers
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is)
Werkelijke koers (in de stand-bymodus)
Gewenste koers (wanneer ingeschakeld)
Roerpositieaanduiding (deze functionaliteit is alleen beschikbaar
indien er een roersensor is aangesloten).

De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen

1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Koerswijzig.stap.
2
Selecteer een optie.

De spaarstand instellen

Het is mogelijk om het niveau van roeractiviteit aan te passen.
1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Stel energieverbruiksmodus in
> Spaarstand.
2
Selecteer een percentage.
Door een hoger percentage te selecteren, nemen de
roeractiviteit en koersprestaties af. Hoe hoger het
percentage, hoe verder er van koers wordt afgeweken
voordat de stuurautomaat dit corrigeert.
TIP: Als u in onrustig zeewater bij lage snelheden het
percentage voor de Spaarstand verhoogt, neemt de
roeractiviteit af.
Shadow Drive
inschakelen
Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Shadow drive > Aan.

De stuurautomaat inschakelen

Wanneer u de stuurautomaat inschakelt, neemt de
stuurautomaat de roerbediening over en houdt de voorliggende
koers van uw boot aan.
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Inschakelen.
Uw gewenste koers wordt in het midden van het
stuurautomaatscherm weergegeven.

De koers aanpassen met het roer

OPMERKING: U moet de functie Shadow Drive inschakelen
voordat u de koers kunt aanpassen met het roer
Drive
inschakelen, pagina
Bestuur de boot handmatig met de stuurautomaat
ingeschakeld.
De stuurautomaat activeert de modus Shadow Drive.
Wanneer u het roer loslaat en gedurende een paar seconden
handmatig een bepaalde koers aanhoudt, schakelt de
stuurautomaat automatisch een vaste voorliggende koers in
op de nieuwe koers.
(Shadow
31).
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave