niet aanbevolen geavanceerde instellingen voor het
WLAN te wijzigen.
SIP-instellingen
Druk op
en selecteer
Verbinding
> SIP-instellingen.
SIP-instellingen (Session Initiation Protocol) zijn nodig
voor bepaalde netwerken die SIP gebruiken. U
ontvangt de instellingen mogelijk in een SMS-bericht
van de serviceprovider. U kunt deze
instellingsprofielen bekijken, verwijderen of maken in
SIP-instellingen.
Configuraties
Druk op
en selecteer
Verbinding
> Configuraties.
U ontvangt mogelijk vertrouwensinstellingen voor de
server van de serviceprovider in een
configuratiebericht. U kunt deze instellingen opslaan,
weergeven of verwijderen in Configuraties.
Naamcontrole toegangspunt
Druk op
en selecteer
Verbinding
Tgpt.namen
>
Met de naamcontroledienst voor toegangspunten kunt
u packet-gegevensverbindingen beperken en het
apparaat zo instellen dat alleen bepaalde
Instrumenten
Instell.
>
Instrumenten
Instell.
>
Instrumenten
Instell.
>
bhr..
toegangspunten voor packet-gegevens worden
gebruikt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIM-kaart
de controledienst van het toegangspunt ondersteunt.
Selecteer
Opties
en de betreffende optie als u de
>
controledienst wilt in- of uitschakelen of als u de
toegestane toegangspunten wilt wijzigen. U hebt de
PIN2-code nodig als u de opties wilt wijzigen. Neem
voor de code contact op met uw serviceprovider.
Instellingen voor
toepassingen
Druk op
en selecteer
Toepassingen
als u de instellingen van enkele
>
toepassingen in het apparaat wilt bewerken.
U kunt de instellingen ook bewerken als u in elke
toepassing
Opties
>
Instrumenten
>
Instell.
selecteert.
>
Instell.
>
175