Navi-wheel
Wanneer Navi-wheel is ingeschakeld, kunt u in
bepaalde toepassingen door bestanden en lijsten
navigeren door met uw vinger over de rand van de
bladertoets te schuiven.
Zie 'Navi -wiel', p. 26.
Navi-wheel is uitgeschakeld,drukt u de bladertoets in
de gewenste richting (naar boven, beneden, links of
rechts).
Ademhaling
De rand rond het Navi-wheel licht langzaam op
wanneer het apparaat zich in de slaapstand bevindt,
en licht snel op wanneer er gemiste oproepen of
ontvangen berichten aanwezig zijn. Selecteer
Instrumenten
Instell.
>
Navigatiewieltje
als u de verlichting wilt uitzetten.
Instellingen voor positionering
Druk op
en selecteer
Algemeen
> Positiebepaling.
Methoden voor positionering
Geïntegreerde GPS
— Hiermee gebruikt u de
●
geïntegreerde GPS-ontvanger van het apparaat.
Assisted GPS
— Gebruik A-GPS (Assisted GPS) om
●
hulpgegevens te ontvangen van een
hulpgegevensserver.
Zie 'A-GPS (Assisted
GPS)', p. 36.
Wanneer
Algemeen
>
>
Instrumenten
Instell.
>
Bluetooth GPS
— Hiermee gebruikt u een
●
compatibele externe GPS-ontvanger met Bluetooth-
connectiviteit.
Op basis van netwrk
●
gegevens van het mobiele netwerk moeten worden
gebruikt (netwerkdienst).
Positioneringsserver
Selecteer
Positiebepalingsserver
toegangspunt en een positiebepalingsserver voor A-
GPS te definiëren. Het is mogelijk dat de
positiebepalingsserver vooraf is ingesteld door de
serviceprovider, en mogelijk kunt u de instellingen niet
bewerken.
Notatie-instellingen
Als u wilt opgeven welk meetsysteem u voor snelheden
en afstanden wilt gebruiken, selecteert u
Meetsysteem
Metrisch
>
Als u wilt opgeven in welke notatie de
>
coördinaatgegevens in het apparaat moeten worden
weergegeven, selecteert u
gewenste notatie.
Telefooninstellingen
In Telefooninstellingen kunt u instellingen voor
telefoongesprekken en het netwerk bewerken.
— Hiermee geeft u op dat de
om een
of Brits.
Notatie coördinaten
en de
167