5 BEDIENING
5.2
Las- en aardkabels aansluiten
De stroombron heeft twee uitgangen, een positieve (+) en een negatieve (-) lasaansluiting, voor het
aansluiten van las- en aardkabels. De uitgang voor het aansluiten van de laskabel is afhankelijk van
de lasprocedure of het type elektrode.
•
Bij MMA-/SMAW-/elektrodelassen kan de laskabel worden aangesloten op de positieve (+) of de
negatieve (-) lasaansluiting, afhankelijk van het gebruikte type elektrode. De aansluitpolariteit is
aangegeven op de verpakking van de elektroden.
•
Bij TIG-/GTAW-lassen wordt de negatieve lasaansluiting (-) gebruikt voor de lastoorts en de
positieve lasaansluiting (+) voor de aardingskabel.
1) De aardkabel wordt op de andere uitgang van de stroombron aangesloten.
2) Bevestig de contactklem van de aardkabel aan het werkstuk en zorg voor een goed contact tussen
het werkstuk en de uitgang voor de aardkabel op de stroombron.
5.3
MMA-/SMAW-/elektrodelassen
Bij MMA-/SMAW/elektrodelassen worden de elektrode en een lokaal onderdeel van
het werkstuk gesmolten. De flux vormt bij het smelten een beschermende slak en laat
een beschermgas ontstaan om het lasbad te beschermen tegen atmosferische
verontreiniging.
5.4
TIG-/GTAW-lassen
Bij TIG-/GTAW-lassen wordt het metaal van het werkstuk gesmolten door middel van
een boog die wordt ontstoken van een wolfraamelektrode die niet wordt verbruikt. Het
lasbad en de elektrode worden door beschermgas beschermd, dit beschermgas is
meestal een inert gas.
Bij TIG-/GTAW-lassen moet de lasstroombron worden aangevuld met:
•
een TIG-/GTAW-toorts met gasklep en accessoires
•
een gasslang aangesloten op de gastoevoer (schroefdraadfitting 5/8"-18 RH
(mannelijk))
•
een argongascilinder
•
een argongasregelaar
•
een wolfraamelektrode
Deze stroombron gebruikt Live TIG/GTAW start.
Initiëren van een actieve TIG-/GTAW-boog
De wolfraamelektrode wordt tegen het werkstuk geplaatst. Wanneer de elektrode van het werkstuk
wordt verwijderd, wordt de boog ontstoken op een laag stroomniveau.
0447 814 001
- 28 -
© ESAB AB 2023