Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie En Montage; Electrische Aansluitingen; Gebruik Van De Hotkey Programmeersleutel; Alarmsignalen - dixell XR70CX Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL

11. INSTALLATIE EN MONTAGE

De XR70CX is bestemd voor paneelmontage en kan in een
opening van 29x71 mm gemonteerd worden dmv de meegeleverde
bevestigingsbeugels.
De ambiente temperatuur moet voor een correcte werking tussen 0
en 60°C liggen. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is
aan sterke vibraties, corrosieve gassen of hoge vochtigheid. Laat
lucht circuleren rond de koelroosters.

12. ELECTRISCHE AANSLUITINGEN

De toestellen worden geleverd met een schroefklemmenblok voor kabels tot 2,5 mm
kabels aansluit dient u na te gaan of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de
goede werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden
worden van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale
ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit
niet, dan dient afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
Respecteer de max. toegelaten stromen door de relais van de toestellen, bij zwaardere belastingen
dient een extern relais gebruikt te worden
12.1 SONDE AANSLUITING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de
sondes te vermijden. Het wordt aangeraden om de ruimtetemperatuur sonde niet in de luchtstroom
van de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur
verkregen wordt. Plaats de eindedooisonde tussen de verdamper vinnen op de koudste plaats, waar
het meeste ijsvorming is, weg van de verwarmingselementen of de warmste plaats tijdens ontdooiing
om een te vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.

13. GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL

13.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOT KEY")
1.
Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
Als het toestel AAN is steekt u de "Hot key" in de TTL poort en drukt u op de è toets; het "uL"
2.
bericht verschijnt., gevolgd door "End".
3.
Druk de "SET" toets om het knipperende bericht "End" te verwijderen.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", en schakel dan het toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"end "voor juiste programmering, en "Err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk deo
toets in als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet geprogrammeerde "Hot key".
13.2 DOWNLOAD (VAN DE "HOT KEY" NAAR HET TOESTEL
1.
Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde "Hot Key" in de TTL poort, schakel de
regelaar dan AAN.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het
"DoL" bericht knippert, gevolgd door "End".
3.
Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4.
Verwijder de Hot Key".
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"End " voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw op met de nieuwe programmering.
"Err" voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan terug aan als u het
downloaden opnieuw wilt poberen of verwijdert u de "Hot key" om de bewerking te onderbreken

14. ALARMSIGNALEN

Label
Oorzaak
"P1"
Defect ruimtesonde
"P2"
Defect 2
de
sonde
"P3"
Defect 3
de
sonde
de
"P4"
Defect 4
sonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"HA2"
Condensor hoge temp alarm
"LA2"
Condensor lage temp alarm
"dA"
Open deur alarm (i1F=dor)
"EA"
Externl alarm (i1F=EAL)
"CA"
Serieus extern alarm (i1F=bAL)
"CA"
Pressostaat alarm (i1F=PAL)
14.1 ALARM HERSTEL
Sonde alarms P1", "P2", "P3" en "P4" start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt
automatisch als het probleem opgelost is. Controleer de connecties vooraleer de sonde te vervangen.
Temperatuur alarmen "HA", "LA" "HA2" en "LA2" stopt automatisch vanaf de temperatuur weer in het
normale bereik is.
Alarmen "EA" en "CA" (met i1F=bAL) worden herstelt vanaf wanneer de digitale ingang niet meer
actief is.
Alarm "CA" (met i1F=PAL) wordt herstelft nadat het toestel af en terug aan gezet wordt. (of standby).
14.2 ANDERE BOODSCHAPPEN
Pon
Toetsenbord gedeblokkeerd
PoF
Toetsenbord geblokkeerd
noP
In programmerings mode: geen parameters aanwezig in Pr1
Op het display of in dP2, dP3, dP4: de door u geselecteerde sonde ter weergave is niet
actief.
XR70CX
Installatie en gebruikershandleiding
Om een X-REP toestel te verbinden met de
regelaar kan één van de volgende connectors
gebruikt worden. CAB-51F(1m), CAB-
52F(2m), CAB-55F(5m),
2
. Vooraleer u de
Uitgangen
Compressor uitgang volgens"Con" en "COF"
Einde ontdooiing op tijd MdF (indien verd. sonde)
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Afhankelijk van parameter "Ac2"
Afhankelijk van parameter "bLL"
Comp en/of vent herstarten afhankelijk van "rrd"
Uitgangen onverandert
Uitgangen uitgeschakeld
Uitgangen uitgeschakeld
noA
Geen alarm opgeslagen.

15. TECHNISCHE GEGEVENS

Behuizing: zelfdovend ABS; front 32x74 mm; diepte 60mm;
Montage: paneelmontage in een 71x29 mm uitsnijding
Bescherming: IP20.
Beschermingsklasse front: IP65
Verbindingen: schroefklemmenblok voor draden ≤ 2,5 mm
16(6)A zijn uitgerust met fastonklemmen.
Voeding: Afhankelijk van het model12Vac/dc, ±10%; 24Vac/dc, ±10%; 230Vac ±10%, 50/60Hz,
110Vac ±10%, 50/60Hz
Opgenomen vermogen: 3VA max.
Display: 2 digits, rode LED, 14,2 mm hoog
Ingangen: 2 NTC sondes
Digitale ingangen: spanningsloos
Relay uitgangen:
compressor SPST 8(3) A, 250Vac; SPST 16(6)A 250Vac
defrost: SPDT 8(3) A, 250Vac of SPST 16(6)A 250Vac;
fan: SPST 8(3) A, 250Vac or SPST 5(2) A of SPST 16(6)A 250Vca.
auxiliair: SPDT 8(3) A, 250Vac of SPST 16(6)A 250Vca
Gegevensopslag: niet volatiel geheugen (EEPROM).
Soort actie: 1B.
Pollutiegraad: 2
Software klasse: A.
Rated impulsive voltage: 2500V
Categorie overspanning: II
Werkingstemperatuur: 0÷60 °C.
Opslagtemperatuur: -30÷85 °C.
Relatieve vochtigheid: 20÷85% (niet condenserend)
Meet- en regelbereik : NTC probe: -40÷110°C (-58÷230°F); PTC probe: -50÷150°C (-58÷302°F)
Resolutie: 0,1 °C of 1°C of 1°F (instelbaar)
Nauwkeurigheid (ambiente temp. 25°C): ±0,7 °C ±1 digit

16. CONNECTIES

Een toestel met de optie X-REP (toetsenbord) sluit TTL uitgang voor RS485 of 4
aansluiting is mogelijk op de toestellen met volgende code:
XR70CX- xx2xx, XR70CX –xx3xx;
16.1 XR70CX – 8A OF 16A COMP. RELAIS - 12VAC/DV OF 24 VAC/DV
o
o o
16.2 XR70CX – 4X 16A RELAIS - 12VAC/DC

17. FABRIEKSINSTELLINGEN PARAMETERS

Label
Naam
Set Set point
Hy
Differential
LS
Minimum set point
US
Maximum set point
Ot
Thermostat probe calibration
P2P Evaporator probe presence
OE Evaporator probe calibration
P3P Third probe presence
O3
Third probe calibration
P4P Fourth probe presence
O4
Fourth probe calibration
OdS Outputs delay at start up
AC Anti-short cycle delay
rtr
P1-P2 percentage for regulation
CCt Continuos cycle duration
CCS Set point for continuous cycle
COn Compressor ON time with faulty probe
Frigro NV
2
. Modellen met 4x relais uitgang van
de
sonde uit. X-REP is
NOTA: Het compressor relais is
8(3)A of 16(6)A afhankelijk van het
model.
24Vac/dc voeding: op klemmen 5
en 6.
Bereik
°C/°F
LS÷US
-5.0
0,1÷25.5°C/ 1÷ 255°F
2.0
-50.0
-50°C÷SET/-58°F÷SET
SET÷110°C/ SET ÷ 230°F
110
-12÷12°C /-120÷120°F
0.0
n=not present; Y=pres.
Y
0.0
-12÷12°C /-120÷120°F
n=not present; Y=pres.
n
0
-12÷12°C /-120÷120°F
n=not present; Y=pres.
n
-12÷12°C /-120÷120°F
0
0÷255 min
0
0 ÷ 50 min
1
0 ÷ 100 (100=P1 , 0=P2)
100
0.0÷24.0h
0.0
(-55.0÷150,0°C) (-67÷302°F)
-5
0 ÷ 255 min
15
Menu
- - -
Pr1
Pr2
Pr2
Pr1
Pr1
Pr2
Pr2
Pr2
Pr2
Pr2
Pr2
Pr1
Pr2
Pr2
Pr2
Pr2
4/5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave