BitLocker gebruikt de TPM voor een betere beveiliging van uw gegevens en zorgt ervoor dat de integriteit
van de early boot-component blijft behouden. Een compatibele TPM wordt gedefinieerd als een V2.0 TPM.
Als u de status van BitLocker wilt controleren, gaat u naar het Configuratiescherm, geeft u het
Configuratiescherm op categorie weer en klikt u op Systeem en beveiliging ➙ BitLocker-
stationsversleuteling.
Voor meer informatie over Windows BitLocker-stationsversleuteling gaat u naar het Help-informatiesysteem
van het Windows-besturingssysteem of zoekt u op de website van Microsoft naar Microsoft Windows
BitLocker Drive Encryption Step-by-Step Guide.
Vaste-schijf- en SSD-station met (schijf) versleuteling
Enkele modellen bevatten een vaste-schijfstation, SSD-station of hybride station met (schijf)versleuteling.
Met deze versleutelingstechnologie kunt u de computer beter beschermen tegen beveiligingsaanvallen op
media-, NAND-flash- of apparaatcontrollers door gebruik te maken van een hardwareversleutelingschip.
Voor een efficiënt gebruik van de versleutelingsfunctie stelt u een vaste-schijfwachtwoord voor het interne
opslagstation in.
De beveiligingschip instellen
Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge
beveiligingsvereisten. Afhankelijk van de opties die u hebt besteld, kan het zijn dat uw computer is uitgerust
met een ingebouwde beveiligingschip (een cryptografische microprocessor). Met het beveiligings-chip kunt u
het volgende doen:
• Bescherming van de gegevens en het systeem
• Uitbreiding van de toegangscontrole
• Beveiliging van de communicatie
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
U stelt als volgt een item in het submenu Security Chip in:
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het
programma ThinkPad Setup te starten.
2. Selecteer met behulp van de cursortoetsen Security ➙ Security Chip.
3. Druk op Enter. Het submenu Security Chip wordt geopend.
4. Ga met behulp van de cursortoetsen naar de optie die u wilt instellen. Als de geaccentueerd is, drukt u
op Enter.
5. Stel andere gewenste opties in.
6. Druk op F10. Het venster Setup Confirmation wordt geopend. Selecteer Yes om de
configuratiewijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Opmerkingen:
• Het supervisorwachtwoord moet zijn ingesteld in het programma ThinkPad Setup. Als dit niet het geval is,
kan iedereen zomaar de instellingen voor de beveiligingschip wijzigen.
• Wanneer u de beveiligingschip wist, zet u de computer uit en daarna weer aan nadat u de beveiligingschip
hebt ingesteld op Active. Anders wordt de optie Clear Security Chip niet weergegeven.
46
11e 5th Gen en Yoga 11e 5th Gen Gebruikershandleiding