8
Diagnose / Verhelpen van storingen
Het aangesloten armatuur schakelt/dimt niet
Het armatuur is defect:
➜ Armatuur/lamp vervangen
Geen netspanning beschikbaar:
➜ Controleer de zekering in de onderverdeling
De ingestelde lichtsterkte is niet juist ingesteld:
➜ Corrigeer de instelling
Het aangesloten armatuur schakelt te laat in of het bereik is te klein
De melder is te hoog gemonteerd:
➜ Corrigeer eventueel de montagehoogte.
De ingestelde lichtsterkte is niet juist ingesteld:
➜ Instelling corrigeren
➜ Corrigeer de detectiegevoeligheid
Het armatuur blijft permanent ingeschakeld
De detector staat parallel met een schakelaar waarmee het licht handmatig kan worden ingeschakeld:
➜ Schakeling corrigeren indien nodig
Onbedoeld inschakelen van de verlichting
Bewegingen van warmtebronnen in het detectiegebied:
➜ Installeer detectoren niet in de buurt van radiatoren of ventilatoren.
➜ Dieren kunnen ook door de melder worden gedetecteerd als bewegende warmtebronnen.
Toepassingsbeschrijving
DACO® aanwezigheidsmelder
45