Inhoudsopgave
Advertenties
6.9
Automatisering (Oriëntatieverlichting)
6.9.1
Oriëntatieverlichting Bedrijfsmodus
Symbool
Naam
Waarden
Fabrieksinstelling
Functie afhankelijkheden
Beschrijving
Wijzigingslogboek
Toepassingsbeschrijving
Parameter
Bedrijfsmodus
INACTIEF; GEBRUIKSTIJD; PERMANENT
INACTIEF
VOLLEDIG AUTOMATISCH; HALF AUTOMATISCH (hoofdlichtmodus)
INACTIEF:
De verlichting wordt uitgeschakeld nadat de normale nalooptijd is verstreken.
GEBRUIKSTIJD:
Nadat de reguliere nalooptijd is verstreken, wordt de oriëntatieverlichting voor
deze duur ingeschakeld. Daarna wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
Andere instellingen, zoals instelwaarde of helderheidsgerelateerde uitschakeling,
blijven actief tijdens de oriëntatielichtfase, behalve de parameters voor het
begrenzen van de regelwaarden (min/max). Deze worden voor deze duur vervan-
gen door nieuwe grenswaarden. Als de detector een beweging detecteert tijdens
de oriëntatielichtfase, wordt het licht opnieuw geregeld met de oorspronkelijke
grenswaarden. Dit gebeurt ook in de bedrijfsmodus SEMI-AUTOMATIC.
PERMANENT:
Na afloop van de reguliere nalooptijd wordt het oriëntatielicht ingeschakeld.
Andere instellingen, zoals instelwaarde of helderheidsafhankelijke uitschakeling,
blijven actief tijdens de oriëntatielichtfase, behalve de parameters voor het
begrenzen van de regelwaarden (min/max). Deze worden voor deze duur vervan-
gen door nieuwe grenswaarden. Als de detector een beweging detecteert tijdens
de oriëntatielichtfase, wordt het licht opnieuw geregeld met de oorspronkelijke
grenswaarden. Dit gebeurt ook in de bedrijfsmodus SEMI-AUTOMATIC.
beschikbaar vanaf firmware V1.0
DACO® aanwezigheidsmelder
37
Advertenties
Inhoudsopgave
