LUXOMAT
Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G. - aanwezigheidsmelders PD2-M-DALI/DSI-HVAC-IB
1. Product eigenschappen
•
Aanwezigheidsmelder voor daglichtafhankelijke lichtre-
geling
•
DALI / DSI-interface om digitale, dimbare voorschakelap-
paraten als groep aan te sturen
•
Extra schakelkanaal voor aansturing van HVAC of
verlichting
•
Om een alarm impuls te veroorzaken, moet er in 9 sec.
mins - tens 3 bewegingen gedetecteerd zijn
•
Wisselen tussen DSI en DALI via de afstandsbediening of
een dipswitch
•
Oriëntatieverlichting
•
Mastertoesteluitvoering
•
Uitbreiding van het detectiebereik met slavetoestellen
mogelijk
•
Handmatig schakelen en dimmen via drukknoppen
mogelijk
•
Extra functies met optionele afstandsbediening instelbaar
•
Instellingen af fabriek 10 min en 500 lux
2. Werking
De aanwezigheidsdetector stuurt de verlichting automatisch door
middel van aanwezige personen (beweging) en de aanwezige
helderheidswaarde.
De geïntegreerde lichtsensor meet constant de aanwezige
helderheidswaarde en vergelijkt dit met de ingestelde waarde
van de detector. Als het aanwezige licht voldoende is, zal de
verlichting niet aanspringen als er beweging wordt gedetecteerd.
Als het aanwezige licht minder is dan de ingestelde waarde, zal
de verlichting aanspringen bij beweging.
De detector schakelt het licht uit als er voldoende licht is gedu-
rende 5 minuten, ondanks dat de melder beweging ziet.
3. Veiligheidsinstructies
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
enkel door gekwalificeerde elektroinstallateurs of
R2
geschoold personeel uitgevoerd worden en dit in over-
40
eenstemming met de elektrotechnische regels.
30
50
60
60
15
120
5
A
Netspanning uitschakelen alvorens te beginnen met
de montage!
Niet geschikt om de installatie spanningsvrij te
schakelen
Afdekkap monteren na het aansluiten van de draden
(IB versie)
4. Montage
In de master/slave bedrijfsmodus dient het master
!
toestel steeds gemonteerd te worden op die plaats
waar het minst daglicht aanwezig is.
De lichtsensor moet weg van het raam gericht
!
worden.
68 mm
Maak eerst een ronde opening met een diameter van 68 mm
in het plafond. Na aansluiting volgens de voorschriften van
de kabels, de melder volgens hierboven staande tekening in
de bestaande opening inbrengen. De melder zet zich door de
veerklemmen vast.
®
5. Positie DIP-Schakelaars, LEDs, potentiometers
en productcode
Lichtmeting
6. Zelftestcyclus / inwerkingstelling
Wanneer de spanning op de melder wordt aangesloten, onder-
gaat het toestel een zelftestcyclus van 60 seconden. Tijdens deze
cyclus reageert de detector niet op beweging. De aangesloten ver-
lichting blijft constant aan of uit gedurende de initialisatieperiode.
7. Inbedrijfsname / Instellingen
20%
R1
LUX
2000
1200
50 30
600
10
18 16
10
5
6
200
22
3
25
40
1
30
TE
R2
20%
R1
40
50 30
30
10
18 16
50
10
5
60
6
15
60
22
3
25
120
5
1
30
A
TE
R2
20%
40
50 30
30
10
50
5
60
60
15
120
5
A
R2
40
50
30
60
15
120
5
A
A
Dit toestel voldoet niet aan de norm DIN/ EN50131-2-2 en mag
!
dus niet gebruikt worden in een alarmsysteem.
net
PD2-M-DALI/DSI-HVAC
LEDs
II III
I
D
A
B
C
PD2-
3
2
Plafond inbouw
Productcode
Gewenste helderheidswaarde voor constante
lichtregeling (Potentiometer A)
De gewenste helderheidswaarde kan tussen ca. 10
en 2000 Lux met de potentiometer ingesteld
worden. De gewenste helderheidswaarde kan over
de potentiometer ingesteld worden
Symbol :
nacht modus
Symbol
: dag modus (Licht analyse inactief)
Nalooptijd „Licht" (Potentiometer B)
LUX
2000
1200
De nalooptijd kan continu ingesteld worden van
600
200
1min. tot 30 min. Symbool
40
Symbol TEST: Testmodus
Iedere beweging schakelt het licht 1sec. AAN,
daarna gedurende 2 sec. UIT.
Oriënteringslicht (Potentiometer C)
R1
LUX
2000
1200
De gewenste oriënteringslicht kan tussen 5 en
600
18 16
10
6
200
22
60min. ingesteld worden. Manueel aan- en
3
25
40
1
30
uitschakelen van het oriënteringslicht.
TE
"ON" voor permanent oriënteringslicht.
"OFF" voor uitschakelen van het oriënteringslicht
Instelling nalooptijd voor sturing van toestellen
20%
R1
LUX
2000
1200
(Potentiometer D)
50 30
600
10
18 16
10
5
60
De tijd kan continu ingesteld worden tussen 5 en
6
200
22
3
25
40
120 min. Voor nalooptijden groter dan 15 min. is
1
30
TE
een inschakelvertraging actief, deze bedraagt 5
min. Als geen beweging wordt gedetecteerd, start
de inschakelvertraging opnieuw.
Impulsfunctie
De impulsfunctie kan gebruikt worden om een
extern HVAC toestel te bedienen. De pauze tussen
2 alarm impulsen duurt 9 seconden, een puls duurt
2,5 s.
Alarmimpuls
Gedurende een periode van 9 sec, moeten er
minstens 3 bewegingen gedetecteerd worden om
de alarmpuls te activeren. Deze functie kan
gebruikt worden om een aanwezigheid in een
ruimte weer te geven. De pauze tussen 2 alarm
impulsen duurt 9 seconden, een puls duurt 2,5 s.
DIP-Switch
DIP 1
Automatische
bedrijfsmodus
DIP 2
HVAC Functie
DIP 3
Bedrijfsmodus DALI
* Wanneer de dipswitch op „licht" staat, werkt het tweede
kanaal synchroon met het DALI lichtkanaal. De potentiometer
R2 heeft in deze mode geen functie.
Potentiometer A Gewenste helderheidswaarde voor constante
lichtregeling Kaanal 1
Potentiometer B Nalooptijd Licht Kaanal 1
Potentiometer C Nalooptijd Oriënteringslicht
Potentiometer D Nalooptijd voor sturing van toestellen Kaanal 2
1
LED I
groen
LED II rood
LED III wit
8. Schakelschema
Standaardfunctie met Master/Slave
L
N
T2
M1
T1
L
N NO NO
R
HKL
HKL
Master
9. Manueel schakelen en dimmen
L
N
Door het bedienen van de drukknop, zal er een spanning op de
S connector staan.
Duw kort op de knop om de lichten aan of uit te schakelen. De
T1
aangesloten verlichting zal aan of uit blijven, zolang dat de
detector beweging ziet en de nallooptijd niet verstreken is.
Door lang te duwen op de drukknop wordt het licht manueel
gedimd. Na het loslaten van de knop, wordt de aanwezige
lichtwaarde aangehouden. Bij een volgende duw op de knop
wordt de dimrichting omgedraaid.
L
N NO NO
R
HKL HKL
Door het bediening van een drukknop zal er een spanning op
Master
de R connector staan en de HVAC kanaal kan door een korte
druk van de knop geschakeld worden.
10. Detectiezone
3
1
1
2.50 m
Ø 10.00 m Ø 6.00 m
5.00 m
Ø 20.00 m Ø 12.00 m
Het slave toestel moet op dezelfde fase als de
!
master worden aangesloten.
NL
NL
Halfautomatische
bedrijfsmodus
Licht Functie*
Bedrijfsmodus DSI
L
N
E1
DALI/DSI
DA
DA
S
+
-
R
N
L
DA
Slave
L
N
E1
DALI/DSI
DA
DA
+
-
S
R
N
L
DA
Slave
2
3
2
Ø 4.00 m
–