5
Bediening
De bediening is voor alle kookzones inhoudelijk hetzelfde. In uitgeschakelde
toestand zijn alle displays donker (stand-by-modus), behalve de restwarmtein-
dicator
, als er nog een kookzone heet is.
5.1
Toestel in- en uitschakelen
De bediening is voor alle toestellen inhoudelijk hetzelfde.
▸ Toestel inschakelen: Houd de toets
– In alle displays van de vermogensniveaus knippert
– Als er verder niets wordt ingevoerd, schakelt het toestel zich na 10 se-
conden om veiligheidsredenen weer uit.
▸ Toestel uitschakelen: Tip de toets
5.2
Kookzone instellen
▸ Tip de slider
de beweging overheen om het vermogensniveau in te stellen.
5.3
Overzicht vermogensniveaus
Vermogensniveau
1
2
3
4
5
6
7
8
9
14
van de gewenste kookzone aan of maak er een glijden-
Gaarprocedé
Smelten, voorzichtig
verwarmen
Wellen
Doorkoken,
inkoken, stoven
Doorkoken, smoren
Behoedzaam
braden
Braden, frituren
Sterk braden,
snel verwarmen
een seconde lang ingedrukt.
aan.
Praktische toepassing
Boter, chocolade,
gelatine, sauzen
Groente, aardappels, sauzen,
Deegwaren, soepen, smoorvlees
Rösti, omeletten, gepaneerde
gerechten, braadworsten
Vlees, patates frites
Steaks, opkoken van water
.
Rijst
fruit, vis