Rem
De rem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, in
het achterwiel (Fig. 21). Als de tractor bij het remmen pas
na meer dan één meter tot stilstand komt wanneer u op
topsnelheid in de hoogste versnelling rijdt, moet de rem
worden afgesteld.
Rem controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
2. Zet de aandrijfhendel in de stand Duwen (Fig. 14).
3. Als de achterwielen blokkeren en slippen wanneer u de
tractor naar voren duwt, is geen afstelling nodig. De
rem moet worden afgesteld als de wielen draaien en niet
blokkeren. Zie Rem afstellen, blz. 25.
Rem afstellen
1. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie Rem
controleren, blz. 25.
2. De aandrijfhendel moet op de stand In Werking staan
(Fig. 14) en de parkeerrem moet in werking zijn
gesteld.
3. Om de rem af te stellen, moet u de stelmoer van de rem
rechtsom draaien totdat u de tractor niet meer kunt
voortduwen (Fig. 21).
4. Wanneer de parkeerrem is vrijgezet moeten de
achterwielen vrij draaien als u de tractor duwt. Als dit
niet het geval is, moet u de stelmoer van de rem
linksom draaien, totdat u de tractor kunt duwen.
5. Controleer opnieuw de werking van de rem; zie Rem
controleren, blz. 25.
Figuur 21
1. Stelmoer van de rem
Bandenspanning
De voor- en achterbanden moeten een spanning van
respectievelijk 120 kPa en 100 kPa hebben. Controleer de
spanning bij het ventiel om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden
(Fig. 22). De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
1. Ventiel
Smeren
Onderhoudsinterval/specificatie
De machine om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks doorsmeren,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. De
machine moet vaker worden gesmeerd bij gebruik in zeer
stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: Universeel smeervet.
Methode van smeren
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Smeernippels reinigen met een doek. Indien nodig verf
van de voorkant van de nippels afkrabben.
3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de
nippels.
4. Overtollig vet opnemen.
1
25
1
Figuur 22
1872