104-2903
1. Machine kan kantelen—Gebruik de maaimachine niet dwars op
hellingen van meer dan 5 graden, heuvelopwaarts op hellingen
van meer dan 10 graden of heuvelafwaarts op hellingen van
meer dan 15 graden.
2. Gevaar—Lees de gebruikershandleiding.
3. Machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een
afstand.
4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd—
Blijf uit de buurt van draaiende messen en bewegende
onderdelen. Trek de bougiekabel los van de bougie alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
104-3239
1. Maaihoogten
104-3240
1. Maaihoogte lager zetten
2. Maaihoogte hoger zetten
10
104-3238
1. Startprocedure
2. Raadpleeg de
gebruikershandleiding
3. Controleer het
motoroliepeil
4. Hef de maaieenheid op
5. Zet het tractiepedaal in de
neutraalstand
104-3241
1. Vooruit
2. Neutraalstand
6. Stel de parkeerrem in
werking
7. Als de motor koud is, zet
u de gashendel op Choke
8. Draai het contactsleuteltje
om de motor te starten
9. Zet de parkeerrem vrij
3. Variabel van langzaam tot
snel
4. Achteruit