flexMotion
15 flexMotion
Met deze functie kunt u de kookstand en de gepro-
grammeerde bereidingstijd van de ene naar de andere
kookzone overdragen.
15.1 flexMotion
Vereiste: Verplaats de pan naar een kookzone die niet
ingeschakeld is en nog niet vooraf is ingesteld of waar-
op eerder geen andere pan stond.
Verplaats het kookgerei.
1.
a Het kookgerei wordt herkend.
a Op het display van de nieuwe kookzone knipperen
afwisselend de eerder gekozen vermogensstand
en .
fryingSensor
16 fryingSensor
Met deze functie kunt u smelten, sauzen bereiden, sau-
teren, frituren of braden, waarbij de temperatuur onder
controle wordt gehouden.
In de plaats van tijdens het koken telkens weer de ver-
mogensstand aan te passen, eenmaal de gewenste
temperatuur kiezen. De sensoren onder de keramische
glasplaat meten dan de temperatuur van het kookgerei
en houden deze tijdens het volledige kookproces con-
stant.
Deze functie is beschikbaar op de kookzones die met
zijn gemarkeerd.
Functies
Temperatuur
Smelten
70 - 80ºC
Sauzen bereiden
110 - 120ºC
Braden
140ºC
Braden
160ºC
Braden
180 - 200ºC
Braden
220ºC
16.1 Aanbevolen kookgerei
Voor deze functie werd speciaal kookgerei ontwikkeld,
dat optimale resultaten levert.
Het aanbevolen kookgerei kunt u verkrijgen via de ser-
vicedienst, de vakhandel of onze onlineshop siemens-
home.bsh-group.com.
Opmerking: U kunt ook ander kookgerei gebruiken. Af-
hankelijk van de kwaliteit van het kookgerei kan de be-
reikte temperatuur echter van de gekozen temperatuur-
stand afwijken.
Kies de nieuwe kookzone om de instellingen over te
2.
nemen.
a De oorspronkelijke kookzone stelt zich op
a De instellingen zijn op de nieuwe kookzone overge-
dragen.
Opmerking: Wanneer een nieuw kookgerei op een an-
dere kookzone wordt geplaatst voordat de instellingen
werden bevestigd, kan deze functie voor het nieuwe
kookgerei worden gebruikt.
16.2 fryingSensor inschakelen
Plaats het lege kookgerei op een kookzone.
1.
Kies de kookzone.
2.
Druk op
.
3.
a ,
en de vooringestelde temperatuur gaan bran-
den op het display van de geselecteerde kookzone.
De temperatuur kiezen, door met de vinger over het
4.
instelbereik te vegen.
knippert, tot de ingestelde temperatuur is bereikt.
a
a De gekozen temperatuur en de ontwikkeling van de
in de pannen bereikte temperatuur knipperen afwis-
selend, tot de gekozen temperatuur is bereikt.
a De op de displays weergegeven temperatuur is een
benaderingswaarde en kan afwijken van de daad-
werkelijke temperatuur in de braadpan.
a Wanneer de temperatuur is bereikt, dan klinkt een
signaal en alsmede het temperatuursymbool hou-
den op te knipperen.
Het braadvet en dan het product in de braadpan
5.
doen.
Opmerking: Als u meer dan 250 ml olie nodig hebt om
te koken, dan de olie toevoegen en een paar seconden
wachten voordat u het te bereiden product toevoegt.
16.3 Schakel fryingSensor uit
Kies de kookzone en tik op
▶
flexMotion nl
in.
.
13