Beschrijving van het systeem
130
Building Technologies
Fire Safety & Security Products
Globale systeemconfiguratie
De globale systeemconfiguratie heeft de volgende elementen:
Globaal gedrag
‒ Gebeurtenissen (gebeurtenisconfiguratie)
‒ Commando's (toewijzing 'Toegangs niveau')
Het hier gedefinieerde gedrag geldt altijd als niet lokaal een ander gedrag wordt
gedefinieerd.
Masterklok: aan het eerste station (adres 1) is automatisch de masterklok
toegewezen.
Landinstellingen: hier worden instellingen aangebracht voor de lokalisering en
de omschakeling tussen zomertijd en normale tijd.
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel is een vast onderdeel van het station. In de Operation tree
kunnen de volgende instellingen worden geconfigureerd:
Basisinstellingen met definitie van het standaardtoegangsniveau voor de
sleutelschakelaar en van de tijdsduur waarbinnen het display terugkeert van
een bewerkingsweergave naar de normale weergave.
Visibility:
een gedetailleerde beschrijving van de visibility staat in het desbetreffende
hoofdstuk.
‒ Standaard-visibility
‒ Standby-visibility
‒ Uitgebreide visibility
LED's om gebeurtenissen en toestanden (oorzaken) aan te geven:
‒ Gebeurtenis met gedefinieerde, lokale visibility.
‒ Gebeurtenis met te selecteren, globale visibility voor een bepaald element
uit de Hardware structuur, Melder structuur of Sturing structuur.
Standaardtoetsen:
Aan de configureerbare standaardtoetsen kunnen veelgebruikte functies
worden toegewezen.
‒ Weergaven, bijv. meldingsindicatie, weergave klantgerelateerde tekst,
weergave brandweer
‒ Commando's, bijv. inschakelen/uitschakelen, test, configuratie ('Stel PS
dagsituatie in', 'Schakel naar nachtsituatie', enz.).
Favorietentoetsen:
De favorietentoetsen staan in het menu van het display. Er zijn maximaal acht
favorietentoetsen, waarvan er al een aantal zijn geconfigureerd. Aan de
favoriettoetsen kunnen veelgebruikte functies worden toegewezen.
A6V10211076_a_nl_NL
30.05.2009