Afb.17 Aansluiten condensatie–afvoerleiding
6.4
Gasaansluiting
Afb.18 Aansluiten gasleiding
6.5
Aansluitingen van de luchttoevoer/rookgasafvoer
Tab.9
Type rookgasaansluitingen
Type
Uitvoering
B
Open
23
B
(1)
23P
121803 - v.08 - 10082015
6.3.4 Aansluiten van de condensatie-afvoerleiding
1. Monteer een kunststof afvoerpijp Ø 32 mm of groter, uitkomend op
het riool.
2. Steek hierin de flexibele condensafvoerslang
3. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
Gevaar
De sifon moet altijd voldoende gevuld zijn met water. Dit voorkomt
dat er rookgassen in het vertrek komen.
Opgelet
Dicht de condensafvoer nooit af.
Afschot afvoerpijp minimaal 30 mm per meter, maximale hori
zontale lengte 5 meter.
Het lozen van condenswater op een dakgoot is niet toegestaan.
AD-0000024-01
Waarschuwing
Sluit de hoofdgaskraan voor de start van de werkzaamheden
aan de gasleidingen.
Controleer voor montage of de gasmeter voldoende capaciteit
heeft. Houd daarbij rekening met het verbruik van alle appara
ten.
Waarschuw het plaatselijke energiebedrijf als de gasmeter te
weinig capaciteit heeft.
1. Verwijder de stofdop op de gasaansluiting
2. Monteer de gasaanvoerleiding.
3. Monteer in deze leiding direct onder de ketel een gaskraan.
4. Monteer de gasleiding op de gaskraan.
Opgelet
Verwijder afval en stof uit de gasleiding.
Voer laswerkzaamheden altijd uit op voldoende afstand van de
ketel.
Monteer een gasfilter om vervuiling van het gasblok te voorko
men.
AD-0000025-01
De ketel is geschikt voor de volgende types rookgasaansluitingen:
Voor meer informatie, zie
Certificeringen, pagina 11
6.5.1 Classificatie
In de tabel is deze indeling volgens
Beschrijving
Zonder trekonderbreker.
Rookgasafvoer bovendaks.
Lucht uit de opstellingsruimte.
6 Installatie
onder aan de ketel.
nader gespecificeerd.
29