4 Beschrijving van het product
Afb.5
Restopvoerhoogte
800
700
600
500
400
400
300
200
170
100
0
0
0,5
1,0
Q [m³/h]
18
1
2
1,7
2,6
1,5
2,0
2,5
3,0
AD-3000582-01
4.2.5 Watertemperatuurregeling
De ketel is voorzien van een elektronische temperatuurregeling met een
aanvoer- en een retoursensor. De aanvoertemperatuur is instelbaar tus
sen 20°C en 90°C. De ketel moduleert terug als de ingestelde aanvoer
temperatuur is bereikt. De uitschakeltemperatuur is de ingestelde aan
voertemperatuur + 5°C.
4.2.6 Watergebrekbeveiliging
De ketel is voorzien van een watergebrekbeveiliging op basis van tempe
ratuurmetingen. Door terug te moduleren op het moment dat de water
doorstroming te klein dreigt te worden, blijft de ketel zo lang mogelijk in
bedrijf. Bij een te geringe doorstroming ΔT ≥ 50°C of te grote stijging van
de aanvoertemperatuur, gaat de ketel 10 minuten in blokkeringsmode, co
de
. Wanneer er geen water in de ketel aanwezig is of als de
pomp niet draait, volgt een vergrendeling, code
4.2.7 Maximaalbeveiliging
De maximaalbeveiliging vergrendelt de ketel bij het bereiken van een te
hoge watertemperatuur (110°C), code
Voor meer informatie, zie
Vergrendeling, pagina 73
4.2.8 Circulatie pomp
Circulatiepomp Quinta Pro 45 - 65
Bij de verwarmingsketel wordt standaard een circulatiepomp los meegele
verd. Deze energiezuinige, modulerende circulatiepomp wordt door de be
sturingsautomaat geregeld op basis van ΔT. De restopvoerhoogtes bij de
verschillende vermogens zijn af te lezen uit de grafiek.
1 Restopvoerhoogte CV Quinta Pro 45
2 Restopvoerhoogte CV Quinta Pro 65
Q Waterdebiet
Toelichting
De benchmark voor de efficiënte circulatiepompen is EEI ≤ 0,20.
Circulatiepomp Quinta Pro 90 - 115
De ketel wordt zonder pomp geleverd. Houd bij de keuze van de pomp re
kening met de ketelweerstand en de installatieweerstand.
Installeer de pomp direct onder de ketel op de retouraansluiting, indien
mogelijk.
Voor meer informatie, zie
Technische gegevens, pagina 12
Aansluiten van het verwarmingscircuit, pagina 28
Pompinstellingen
De pompinstellingen van een door de besturingsautomaat modulerend
aangestuurde circulatiepomp, kunnen worden gewijzigd met parameters
en
:
Indien er onvoldoende doorstroming in de radiatoren is of als deze niet
volledig warm worden, kan de minimale pompsnelheid verhoogd worden
met behulp van parameter
bij ΔT≥ 60 °C).
.
.
121803 - v.08 - 10082015