2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.11 Fijne instelling
printpositie en
printintensiteit
(vervolg)
OPMERKINGEN:
Kies een waarde d.m.v. de
[RESTART] of [FEED] aal
indrukken van de [FEED] toets
veroorzaakt een wijziging van –1
tot –15 stappen.
Het eenmaal indrukken van de
[RESTART] toets veroorzaakt een
wijziging van +1 tot +0 stappen.
OPMERKINGEN:
Kies een waarde d.m.v. de
[RESTART] of [FEED] toets.
Het eenmaal indrukken van de
[FEED] toets veroorzaakt een
wijziging van –1 tot –15 stappen.
Het eenmaal indrukken van de
[RESTART] toets veroorzaakt een
wijziging van +1 tot +10 stappen.
Fijne instelling lintmotortorsie
Pas de lintmotortorsie aan volgens onderstaande werkwijze wanneer het
lint slap is of rimpelt en de printkwaliteit niet zo goed is.
Opvangmotor (RBN ADJ <FW>)
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van een fijne
aanpassingswaarde of druk op de [PAUSE] toets om dit menu over te
slaan.
Aanvoermotor (RBN ADJ <BK>)
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets na de instelling van een fijne
aanpassingswaarde of druk op de [PAUSE] toets om dit menu over te
slaan.
N2-59
2.11 Fijne instelling printpositie en printintensiteit
<3>ADJUST SET
RBN ADJ<FW> -10
RBN ADJ<FW> +0
RBN ADJ<FW> -1
RBN ADJ<FW> -2
RBN ADJ<FW> -14
RBN ADJ<FW> -15
[REFLECT] 3.5V
RBN ADJ<BK> -5
RBN ADJ<BK> +10
RBN ADJ<BK> +9
RBN ADJ<BK> +8
RBN ADJ<BK> -14
RBN ADJ<BK> -15
DUTCH VERSION NO1-33057
Hoog
Motortorsie
Laagow
Hoog
Motortorsie
Laag