2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.8.1 Parameterinstelling
(vervolg)
(22) Initialisatie
Deze parameter bepaalt of een initialisatie wordt uitgevoerd of niet
wanneer het INIT signaal op ON staat.
Gewoonlijk zal de printer bij het ontvangen van een initialisatieaanvraag
(Init signaal) van de host d.m.v. een Centronics interface een initialisatie
ondergaan en terugkeren naar bedrijfstoestand.
Staat deze parameter op OFF, dan zal de printer een initialisatie
ondergaan maar niet terugkeren naar bedrijfstoestand.
Staat deze parameter op ON, dan zal de host een inialisatieaanvraag
sturen en zal de printer in bedrijfstoestand keren telkens hij onder
spanning gezet wordt. Zet deze parameter op OFF indien u dit niet wenst.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
INPUT PRIME ON
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
(23) Expansion I/O interface
Deze parameter bepaalt de werking van de Expansion I/O interface.
Deze parameter moet ingesteld worden in functie van de expansion I/O
controlespecificatie van het toestel dat aangesloten wordt d.m.v. de
expansion I/O interface. Raadpleeg de "External Equipment Interface
Specification".
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
EX.I/O TYPE1
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
N2-32
DUTCH VERSION NO1-33057
2.8 Instelling van werkomgeving
INPUT PRIME ON
INPUT PRIME OFF
EX.I/O TYPE1
EX.I/O TYPE2
Beschikbaar
Niet beschikbaar
TYPE1: Standaardmode
TYPE2: Inlijnmode