2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.6 Aansluiting van de
printer met de host
computer
VERWITTIGING!
Sluit de LAN kabel niet buiten
aan, maar in een gebouw daar
de LAN waarmee dit product
voorzien is niet geschikt is voor
gebruik in open lucht.
Zorg voor een communicatie-
uitrusting zoals een router, hub
of modem, gelegen in hetzelfde
gebouw om zulke LAN kabel
aan te sluiten met dit product.
De onderstaande paragrafen geven een overzicht van de aansluitings-
mogelijkheden van de printer met een host computer en andere
periferieën. Afhankelijk van de systeemconfiguratie die u gebruikt voor
het printen van etiketten zijn er 5 mogelijkheden om de printer met een
host computer aan te sluiten. Hieronder vindt u deze 5 mogelijkheden:
• Een parallelle kabelaansluiting tussen de standaard parallelle
aansluiting van de printer en de parallelle poort van de host
computer (LPT).
• Een Ethernet aansluiting door middel van een standaard LAN kaart.
• Een USB kabelaansluiting tussen de standaard USB aansluiting
van de printer en de USB poort van de host computer
(overeenkomstig met V2.0 topsnelheid).
• Een seriële kabelaansluiting tussen de RS-232C seriële aansluiting
in optie van de printer en één van de COM poorten van de host
computer. <Optie>
Raadpleeg BIJLAGE 2 voor bijkomende inlichtingen over elke interface.
Stel een besturingsomgeving in op de printer nadat de nodige
interfacekabels werden aangesloten. Raadpleeg Deel 2.8.1
Parameterinstelling.
In onderstaand diagram vindt u een overzicht van alle mogelijke
kabelaansluitingen op het huidig model van deze printer.
AC elektrische
voeding
Standaard
Parallelle interface
aansluiting (Centronics)
USB interface aansluiting
LAN interface aansluiting
Expansion I/O kaart (optie),
Seriële interface (optie) (RS-232C)
Expansion I/O
interface kaart
RS-232C Seriële
interface
aansluiting
N2-17
DUTCH VERSION NO1-33057
2.6 Aansluiting van de printer met de host computer
Standaard interface
en
interface in optie